maandag 28 juli 2014

ANUNNAKI ONZE GODEN deel 39 - De Dietse taal, de oudste van de wereld (7.0)

Twee Volken, meerdere talen 

Twee volken, diverse talen... hoewel de Munabtutu (MU.UN.AB.TU.TU.), de 'vluchtelingen van een grote ramp', de verwoestende atoombommen op de Sinaï, Baälbek en de steden Sodom en Gomorrah, uiteindelijk het veilige noorden van hun landen wisten te bereiken en te ontkomen aan de voltrekking van de ramp - zijn zij oorspronkelijk één volk. Althans uitgaande dat zij de Sumeru (Soemeriërs) zijn... maar mogelijk zijn zij afkomstig uit Sumer en Akkad, twee rijken die een tijd naast elkaar bestonden. Dat zal ik nog wel eens uitzoeken. Eén volk en één taal zou je zeggen en wellicht was dat zo. Mijn ontdekking dat ik vanuit het moderne Nederlands de vertaalde teksten van de kleitabletten kan vertalen, moet een verband hebben met dat moment in de geschiedenis. 

De Germaanse Taalgroep is onderdeel van de Indo-Germaanse Taalgroep; dus zijn de Indiërs van Europa naar India getrokken of zijn de noordwest-Europese volken afkomstig uit voor-Azië en dankzij Zecharia Sitchin en ook het omstreden Oera Linda Boek weten we dat volken uit het oosten zijn weggekomen. In het huidige Turkije gingen zij uiteen; de ene groep ging naar de steppen van Rusland en de anderen gingen naar de Balkan. Onderweg bleven ze hangen in Turkije en zie ik in hen de Hittieten, in Hongarije zie ik hen als de oer-Kelten en in Italië, Toscane als de Etrusken (Tusken = 'tusk-kenners', hebben kennis van de tand; namelijk de giftand van de Cobra... Egyptisch hiëroglyph; puntige driehoek met daarnaast een Cobra = Sirius). 

Velikovsky, de professor doktor en de Etruskische dodenstad 

Aangezien onze geschiedenis een rammelend zootje is; althans de oude geschiedenis. Uit de tijd dat er nog niet geschreven werd. Nou wil ik niet zeggen dat de moderne geschiedenis wel kloppend is en feitelijk is weergegeven... aangezien ons verleden historisch gezien rammelt, kloppen veel feiten niet en meent men dat de Etrusken niet zo lang voor de Romeinen opduiken, maar dat is niet zo! Ik dwaal af en wilde gaan vertellen over die Etrusken en dat zij reeds 1600 voor de jaartelling reeds rotswoningen hadden in de Apennijnen, maar verstandiger is mijn taalverhaal uit mijn boek verder te volgen. Die Etrusken zouden pas in de 9e eeuw voor de jaartelling opstaan en hun bloei bereiken van de 7e eeuw tot de 5e eeuw. 

Voor de jaartelling en in 280 verslaan de Romeinen definitief hun Etruskische buren, maar... wat lees ik het boek; 'Werelden in botsing', van Immanuel Velikovsky?! (pagina 321 en 322). Nou dat een bliksemschicht van Mars op Bolsena viel, de 'rijkste stad in Toscane', aldus de oude Plinius. De stad brandde geheel af en nu ligt er een groot meer. Bolsena of het oude Volsinium, was een van de voornaamste steden van de Etrusken, het volk met een beschaving die op het Apennijnse schiereiland voorafging aan die van de Latijnse Romeinen... tijdens een lezing van EOL (Ex Oriënte Lux, het voor-Aziatisch en Egyptisch Genootschap) vertelde een professor doktor over zijn belevingen in Toscane. Hij was er geweest met zijn vrouw en zij stond dan ook op vrijwel elke dia die hij toonde. 

Hij vertelde dat de Etrusken al 'rotswoningen' bouwden, getuige de fraaie uitgehakte ruimten in de rotswanden van de bergen in de Apennijnen. Hij toonde ons dia's van prachtige ruimten, geheel uit de stenen berg gesneden. Niet gehakt dus, maar net als Petra in Jordanië, prachtig door middel van 'lasersnij-techniek' uit de wand gesneden. In een ruimte stonden een bed en een stoel... en dat alles van steen. Gewoon deel van de rotswand en er dus niet los in geplaatst! De professor doktor wist niet waarom de Etrusken dat deden en wat de reden was, maar het was wel een staaltje van vakmanschap. Ik stak mijn vinger op en zei; 'Is het misschien mogelijk dat zij deze rotswoningen bouwden om er in te schuilen tegen de stenenregens uit de hemel, zoals de Drenthen deden in hun schuilkelders'?
197 2
De man keek mij aan alsof hij het in Keulen hoorde donderen... en hij reageerde er verstandig genoeg maar niet op. De arme drommel kent dan ook het verhaal van de tweede ster niet weet derhalve niet dat die voor het laatst voorbijkwam tussen 1600 en 1550 (zeg maar tussen 1588 en 1555 voor de jaartelling) en dat was 3600 jaren nà zijn vorige keer en de keer daarvoor veroorzaakte hij de zondvloed. Dus de mensheid nà de zondvloed ontdekte dat onze planeet scheef hing en ook nog eens op de kop en dat tijdens de passage van de tweede ster nu stenenregens noordwest-Europa troffen - dus bouwden zij voor de komende keer honderden en misschien wel duizenden schuilkelders. Van Zuid-Zweden, Mecklenburg-Vorpommern, Denemarken, Duitsland, Nederland, België...

Groot-Brittannië en Ierland, Frankrijk, Spanje, Portugal en zelfs Marokko. Ze liggen ook in America, alwaar de Nativs... ze Quabogh noemen. Ze zijn ook te vinden in Korea en als je gaat zoeken vast en zeker op meer plaatsen. Het zijn geen grafheuvels maar schuilkelders. Toen onze planeet kantelde en sindsdien op de kop hangt en ook scheef kwamen stenenregens op noordwest-Europa. Daarom werden de schuilkelders gebouwd. Het was een logistieke operatie van heb ik jou daar en werd gedaan door Toth/Quetzalcoatl met zijn Kassieten (bekend als de Olmeken - grote stenen koppen in Midden-Amerika) en dat zijn negers/slaven. Het afwerken van de bouwwerken werd gedaan door de plaatselijke bevolkingen. De Nederlandse hunebedden hebben hun ingangen aan de zuidoost-zijde...

terwijl de stenenregens uit het noordwesten komen. Zo kunnen er nooit stenen de ingang afsluiten en kunnen de mensen er uit. Aangezien de 12e pla... komeet die een ster blijkt te zijn; Ra/Gud/Anu of Nibiru al 4 miljard jaren uit de zuidelijke hemisfeer komt, is dat omdat wij op de kop hangen nu dus uit het noorden. Toevallig zijn de duizenden inslagen in het oosten van Canada en de Verenigde Staten dan ook niet. Ook op de zeebodem voor de kust heeft men duizenden inslagkraters geteld. Dus toen de tweede ster nà onze kanteling weer voorbijkwam 7200 jaren geleden (dus ongeveer 5188 voor de jaartelling) sloegen de stenen met vernietigende kracht in. Zodoende besloten goden en mensen schuilkelders te bouwen en toen de ster 3600 jaren geleden weer kwam...

(1588 voor de jaartelling) waren de schuilkelders klaar voor gebruik. Je gelooft toch niet dat een verwaand stamhoofd zijn stam zo gek kreeg om alle vrije tijd aan een praalgraf voor hem te werken. Zoek dat zelf maar uit jongen, daar doen wij niet aan mee! Maar als het de veiligheid van kinderen en vrouwen betreft, de bejaarden en naasten, ja dan willen we wel helpen bouwen in de schaarse vrije tijd. In Drenthe hebben de kleine huisjes vaak een aanbouw. Een klompenhok, gang met voordeur of extra kamertje en dat noemt men een 'kaboffie'... en kabof lijkt wel heel veel op Quabogh, het inlandse woord voor een Americaanse hunebed/dolmen/longbarrow. Indiaans woord voor heuvel, een uitsteeksel... in het landschap zoals een 'kaboffie' een uitstulping aan het huis is.

Terug naar Bolsena in de Apennijnen 

'Dicht bij Bolsena of Volsinium is een meer van de zelfde naam. Dit meer vult een bassin dat ruim 14 kilometer lang is en ruim elf kilometer breed en bijna 90 meter diep is! Lange tijd is dit bassin gehouden voor een met water volgelopen vulkaankrater. Zijn omvang van 117 vierkante kilometer overtreft echter verre die van de grootste kraters die men kent op de planeet - die in de Andes in Zuid-Amerika en op Hawaii-eilanden inde Stille Oceaan. Vandaar dat men onlangs (schrijft Immanuel Velikovsky in 1971) is gaan betwijfelen of de mening, dat het meer een krater (Caldea) van een uitgedoofde vulkaan zou zijn, wel juist is. Bovendien, ofschoon de bodem van het meer uit lava bestaat, en het gebied rond het meer vol as, lava en bazaltkolommen is, ontbreekt de puinkegel van een vulkaan.
197 1
Noordelijk van het Bolsena-meer ligt het Lago Trasimeno-meer (dat groter is) en zuidelijk ligt het Lago Bracciano-meer en tot onder Rome liggen er nog zes kleine meren, uitgesmeerd lijkt het wel over een behoorlijk gebied en zeer waarschijnlijk inslagen van meteoren uit de astroïdengordel en veroorzaakt tijdens een voorbijgang van de tweede ster. Voor de volledigheid moet ik wel zeggen dat de dia's van de professor een veel fraaier interieur lieten zien dan de afbeelding boven. De rotswoning die hij ons toonde was, zo leek het wel, glimmend marmer. Veel mooier gesneden dan met hamer en bijtel gehakt. Hij vertelde ons dat het 'dodensteden' waren maar vreemd genoeg hadden ze geen mummies gevonden, geen skeletten of asresten. Daarom vroeg ik hem of het wel om een graf ging.

Als we Plinius' mededeling over een interplanetaire ontlading gezamenlijk met wat feitelijk te Volsinium is aangetroffen, bezien, kan men zich afvragen of de sintels, de lava en de bazaltkolommen mogelijk de restanten zijn van de aanraking, die Plinius vermeldt, kunnen zijn (Immanuel Velikovsky denkt dat Venus een komeet is die gevangen is door de Zon en sindsdien deel uit maakt van ons planetenstelsel... Hij wist niet van het bestaan van de tweede ster, maar was verder wel warm, maar zag Venus aan voor de tweede ster...). Dus als het Bolsena-meer geen vulkaanmond is en werkelijk zoals Plinius beschreef; door een bliksemstraal getroffen werd - kunnen we die blikseminslag ook zien als de inslag van een komeet. Niet in de 8e eeuw zoals Immanuel Velikovsky denkt, maar...

in de 16e eeuw als de tweede ster voorbijkomt. Dan zijn ook de rotswoningen van nut als de stenenregens uit de astroïdengordel inslaan. 'De catastrofen uit die eeuw brachten de grote Etruskische beschaving plotseling tot verval en brachten de immigratie van nieuw-aangekomenen naar Italië op gang'. We kunnen dan stellen dat de Etruskische beschaving bloeide toen de Myceense bloeide op Kreta, de Friezen op de kusten van west-Europa welig tierden en in Brittannia al tinmijnen exploiteerden om er Brons mee te kunnen maken... als dan de tweede ster verschijnt. Zo komt ook een abrupt einde aan het Egyptische Middenrijk - allemaal ten tijde van de Exodus, de komst en passage van de tweede ster... en durf ik te beweren dat een deel van de Munabtutu, richting Balkan...

Munabtutu duiken overal op en vallen ook op!

dezelfden zijn als de Hittieten, Kelten en Etrusken, terwijl de noordelijke groep inmiddels Samara heeft gebouwd aan de Wolga en ook over de Oeral zijn getrokken naar Siberië (zie Beren), Mongolië en mogelijk China. Anderen trokken naar Estland en Finland. Die bouwden een grote vloot en zakten af naar de 'lage landen', waar zij een nieuwe staat stichten. Een derde van de grote vloot blijft hier achter, terwijl een ander derde de Middellandse Zee in voer en daar bekend werden als de Mycenen, Phoeniciërs, Zeevolken en de Grieken. Het derde deel van de vloot stak de Atlantische Oceaan over en betrad Midden-Amerika. De Friezen hadden de beschikking over de slaven uit Sumer; de 'Pietermannen', ofwel de zwarte Pieten, ook bekend als de Kassieten en in America de 'zogenaamde' Olmeken... die duidelijk negroïde trekken hebben. Ze werkten in de tinmijnen, ze bouwden paleizen, piramiden, tempels en steden. In het oude Soemerië werden zij de 'zwartkoppen' genoemd. Slaven voor de mijnen waren de donkerhuidigen en de slaven elders waren volgens mij de mongloïde mensen. Heel lang verhaal uiteraard en met grote zevenmijlslaarzen gelopen door de geschiedenis. Even in het kort; Soemerie vergaat en de bevolking sterft uit. De elite weet het land te ontvluchten en splitst zich op en gaat uiteen. Zij beschikken over technologie die de anderen versteld doet staan; vliegtoestellen, geavanceerde wapens en andere technologie. Ze doen het goed in de verre oorden en komen uiteindelijk weer bijeen in Europa. Ze komen naar voren en vallen op.

Ze zetten succesvolle nieuwe samenlevingen op, drijven handel, voeren oorlog en leiden ons de Bronstijd in... en dan komt de tweede ster voorbij en is alles weer gedoofd voor een tijd. Gelukkig hebben ze schuilkelders en rotswoningen kunnen bouwen en kan een groot deel van de plaatselijke bevolkingen de catastrofe overleven. Na de vorige voorbijgang van de tweede ster had de mensheid opnieuw 3600 jaren om op te bloeien en een het einde van die periode floreerde de mens dan ook... en waren vele beschavingen op hun toppunt. Toen kwam de tweede ster weer voorbij en de samenlevingen storten in. Er kwam een abrupt einde aan de hoog-conjuncturen van die tijd en allen zakten voor tenminste veertig jaren weg. Mozes en zijn volk verbleven veertig jaren in de woestijn.

Van pathafoon naar grammofoon, naar cassette, naar CD en naar digitaal 

Na het wegvallen van het Egyptische Middenrijk werd het Nieuwe Rijk opgericht en mogelijk zijn geluiden over een New World Order niet zomaar... maar echoo's uit het verleden. Mogelijk is men niet bezig met het louter uitroeien van de mens, of deze sterk in te perken, maar is men doende met de oprichting van een nieuwe samenleving. Eentje met amper 3 miljard mensen, waarvan er in de overlevingsfase van veertig jaren nog menigen zullen sterven. Novo Ordo Seclorem (NOS) is gericht op de nabije toekomst. Wijs geworden van het verleden onderneemt men actie in het heden... maar dat hoeft niet iedereen te weten; want er is onvoldoende schuilruimte. De stomme Hollanders hebben in Nederland tientallen?! (of meer) hunebedden laten afbreken, de stenen tot puin laten slaan...

en laten afvoeren naar Holland. Daar werden de stenen en tot gruis geslagen stenen gebruikt voor havenkaden, fundamenten voor stadhuizen, kerken en dergelijke. Straks als de wereldwijde ramp zich gaat voltrekken, zinken de Hollanders weg in hun polders, terwijl de Drenthen geen schuilkelder meer ter beschikking hebben. Waar moeten we heen? We hebben geen bergen, geen rotsen en geen rotswoningen. We zijn aan de goden overgeleverd. Ik ben met mijn verhaal helemaal de weg kwijt en heb toch, dat komt omdat ik ziek ben; ik lijdt aan dwangneurose - dus moest ik eenmaal opgerakeld - toch vertellen van de Etruskische dodenstad. Ik had ooit een hele reeks kleine blikjes groenten van Bonduelle op voorraad, twee van elk en als ik er eentje gebruikte, vulde ik de voorraad meteen weer aan.

Dat moest van mij en ook met andere dingen hoor... en toen kwam Bonduelle met nieuwe etiketten en ik nieuwe tussen oude bedrukkingen/blikjes zette, moest ik dwangmatig gedwongen de hele serie vernieuwen en dus snel de resterende blikjes wegeten... nou ja de inhoud dan. Dus aan het einde van een cyclus; denk aan de pathafoon, radio, tuner, platenspeler en de versterkers en boxen en vooral aan de muziekdrager zelf; wasrol, bakelieten grammofoon, vinyl grammofoon, de komst van de casseteband als opvolger van de spoelen tap van de bandrecorder, de komst van de CD als opvolger van de grammofoonplaat - steeds is een product voleind en wordt de beste platenspeler ooit, de beste cassettedeck vervangen door een schrale opvolger, met kinderziektes en gebreken.

Deze aflevering loopt ten einde, maar we zijn der nog lang niet. Omdat ik steeds ga zwerven en afgeleidt wordt. Dat is ook een makke van me en in al mijn schoolrapporten op de lagere school stond steevast; 'Hij is nogal snel afgeleid, kijkt veel naar buiten' en dat is ook zo. Dat heb ik nog; lage concentratie en korte aandacht voor veel maar niet alles. Naar gespierde vrouwenkuiten kan ik uren kijken, een sleutelbeenbotje in een zomerjurk en ik heb het gezien, een blote arm en een fris geschoren oksel en ik heb het op mijn netvlies. Allemaal veel interessanter dan de leermomenten op school... een ontwapende lach, sensuele lippen, een knik met het hoofd of een zwiep met het haar en ik ben helemaal bij... alleen een beetje oude cultuur, geschiedenis, taal en religie kan me een beetje boeien.

Volgende week geen aflevering. Net als de afleveringen 13 en 26 zal nummer 39 gevolgd worden door een week stilte. Ik ga niet op vakantie of zo, maar nu het eenmaal is ingesleten, ga ik er op door. Moet ook wel als dwangneuroot. Daarnaast heb ik ook last van het zogenaamde Borderliner persoonlijkheids-syndroom, heb ik autistische trekken, ben ik soms behoorlijk doof en ziende blind en... tot over twee weken. Dan ga ik verder met mijn taalverhaal uit het boek; 'De Hemelstier'. 

ANUNNAKI ONZE GODEN deel 38 - De Dietse taal, de oudste van de wereld (6.0)

Eén Volk, één Taal 

Deze week verder met taalonderzoek uit mijn boek (vervolg van aflevering 36), want de vorige aflevering was een tussenbericht, weliswaar passend in de reeks, maar toch lichtelijk anders. De bezoekersaantallen tonen aan dat taal nou niet het onderwerp is van vele bezoekers van niburu.co, maar de volhouders blijven trouw. Mogelijk als ik straks met pakkende titels kom als; 'UFO's in Drenthe' of 'Buitenaardsen op de Veluwe' en 'Hunebedden waren schuilkelders' - dat vele 'grazers' van websites aarzelen en toch weer een aflevering gaan lezen. Het niet onbelangrijk ook deze afleveringen te volgen. Zo wordt duidelijker dat wij Nederlanders (en Belgen... nou vooruit dan; ook de Noord-Duitsers) een speciaal volk zijn; kinderen van de Vader en schepper en sprekers van de taal van de Anunnaki... Terug naar de grote lijnen van mijn verhaal.

Al Hoggar en Tassili, eilanden in de Saharazee

De Sahara was eens een vruchtbaar gebied met rijke visgronden in de binnenzee of meer. Het kende steden met havens en kaden aan de oevers, met hun eigen culturen. In de Hoggar (Hoger?), een gebergte in zuid-Algerije, ook wel AHaggar genaamd en in het Tassili-gebergte noordelijker, heeft men rotstekeningen gevonden, die op een waterrijke omgeving duiden.
Ook heeft men bodemvondsten gedaan die te maken hebben met visserij en de daarbij behorende eetcultuur, met vele vissoorten en mosselen op het menu. Wim Zitman schrijft; 'Ook in Noord-Afrika treffen wij deze rotsschilderingen aan. De belangrijkste centra van deze kunst liggen in de Tassili, ten zuiden van de plaats Fezzan, de Hoggar, ten noorden van de plaats Silet en in nog zuidelijker gelegen gebieden zoals Tibesti, Air en Adrar der Iforas. Aan de hand van deze rotsschilderingen, waarop dieren voorkomen, heeft men geconcludeerd dat er in de tijd van het vervaardigen van deze schilderingen een ander klimaat in dat gebied moet zijn geweest'.

Zitman concludeert dat een catastrofe in 9234 voor onze jaartelling plaatsvond en een kanteling van de Aarde tot gevolg had en de gevolgen van die catastrofe leidde tot het smelten van de ijskap en een andere klimatologische situatie tot gevolg had. En dat de Sahara-woestijn in vroegere perioden een vruchtbaar gebied is geweest. Tussen 4500 en 3500 voor onze jaartelling hebben de volkeren van die tijd bevloeiingswerken aangelegd om het water van de binnenzee te gebruiken voor hun landbouw. De restanten van hun vernuftige watersysteem zijn teruggevonden bij Sebha, de huidige moderne stad van de Fezzan.

tassiliunesco21

Zitman denkt dat de Tassili-cultuur in de Sahara afkomstig is van Atlantis en aanwijzingen daarvoor te vinden zijn in de namen van twee volkeren, de Ataranten en de Atalanten, die volgens de Franse archeoloog Henri Lhote in de Tassili en de Hoggar leefden. Ook zijn mosselbanken gevonden aan de zuid-zijde van de Hoggar. Veel informatie over een groot gebied, dat wij nu kennen als woestijn, dat nog maar kort geleden vruchtbaar was en mogelijk tot aan de zondvloed een groot binnenmeer of binnenzee was, met aan de westkust van Afrika zelfs een verbinding met zee. De Sahara is pas 4.000 jaren een woestijn!Wetenschappers van het Potsdam Instituut voor Klimaatonderzoek stelde dat vast...

op basis van onderzoek naar fossiel stuifmeel uit Noord-Afrika. Ze vermoeden dat door grote droogte diverse oude culturen zijn uitgestorven of zijn gemigreerd naar de directe omgeving van de Nijl, Eufraat en Tigris waar het wel groen en vochtig bleef. Volgens Zitman migreerden zij naar de Nijldelta en de gebieden in het zuiden rond de Niger-rivier en is de Tassili-cultuur verwant aan die van de Dogon aan de boven-Niger en aan de hoog ontwikkelde cultuur aan de Nijl in Egypte. De wetenschappers van het Potsdam Instituut vermoeden dat de klimaatsveranderingen al negenduizend jaren geleden in gang gezet zijn door de veranderende stand van de Aardas.

Sarmizegetusa, kalenderstad in Roemenië

De aardas stond destijds 24,4° uit het lood. Nu is dat 23,45°, een verschil van bijna één graad. Toch kan die ene graad kennelijk zoveel verschil maken, dat er veranderingen optreden in de gesteldheden op onze planeet... Mijn taalvondst is dan misschien een sleutel tot het verklaren van het Sumerisch (en mogelijk ook tot andere talen... schreef ik in 1999), maar niet het bewijs dat het Nederlands direct verwant is aan dat Sumerisch. Hoe kan het Nederlands dan toch toegang verschaffen tot die Sumerische begrippen? Volgens Sitchin vond 2024 voor onze jaartelling een atoomaanval plaats op Sodom en Gomorrah (zo dom en gemorrel) in een conflict of oorlog tussen de Nefilim onderling.

Deze geplande aanval moest een einde maken aan de aspiraties van de gud Marduk, zoon van Enki, die zijn regeerperiode opeiste. Dat lukte, maar doordat de wind 'oostwaarts' woei is de fall-out van de aanval over Sumer gewaaid met alle gevolgen vandien. Dat zou een mogelijke verklaring kunnen zijn voor het plotseling verdwijnen van de Sumerische cultuur, waarop de wetenschappers nog geen passend antwoord hebben. Sitchin schrijft in zijn boek dat een groep Sumeru, de Munabtutu genaamd wegtrok uit Sumer. De groep ging noordwaarts en trok het land uit, daar splitste de groep zich en gingen ieder voor zich verder. Eén deel bleef noordwaarts gaan en trok over de Kaukasus volgde de Wolga en stichtte de stad Samara, het latere Kubichev, dat nu weer Samara heet. Later ging een deel van die oorspronkelijke groep weg uit Samara in de richting van Estland en Finland, wat ook gevonden land kan betekenen. Het andere deel van de groep trok door Anatolië, ging de Bosporus over en volgde de Donau tot in Roemenië en later het huidige Hongarije. In Dacia, Roemenië, in de plaats Sarmizegetusa heeft men een 'kalenderstad' gevonden. De plaats ligt ongeveer 80 kilometer ten noorden van de Donau en 35 kilometer van de Timis, een zijarm van de Donau. Archeologen vonden bouwwerken en dergelijke die de indruk gaven van een stad en een bouwwerk waar metingen verricht konden worden.

rod 1

Sarmizegetusa betekend in mijn vertaling; SA.AR.MI.ZE.GE.TU.SA. = 'zien-rood-minder-zekeren-gehoor gevend-toesluiten-zien', en/of 'jaar-beperken-met zekerheid-horend-toeziende', wat dan slaat op sterrenkunde. Welk jaar was beperkt, met zekerheid en hoe kon je dat waarnemen? Kennelijk zijn de gevonden resten in Sarmizegetusa van de nieuwe bewoners, de Sumeru die naar deze streken waren getrokken. Wat was voor hen het nut van een kalender of meetstation, werd de precessiebaan van de Aarde bijgehouden, of de baan van Anu, de planeet van de Nefilim. Anu, de 'Heer der Hemelen', heerser in ons Zonnestelsel kan worden verwoord met SAR, wat jaar (shar - en sjar/sar) betekent, maar ook heerser (sjah/tsjaar/ceasar/keizer).

SAR.MI.ZE.GE.TU.SA - Heerser-minderen-zeker-horend (en ook) toeziende, kan ook slaan op de verminderde macht van hun heerser Marduk, verslagen tijdens de atoomoorlog, die geen invloed meer kan hebben op hen. De gevluchte Sumeru, de Munabtutu werden minder op hun vingers gekeken, zij hoorden letterlijk en figuurlijk nagenoeg niets meer van hun 'horende en toeziende Heer'. Volgens Berend Willem Hietbrink is Roemenië het land van de Romeinen. Het zijn de 'roemmannen' en Rome en Italië zijn een satelietstadstaat van Roemmannië... maar het kan ook andersom zijn natuurlijk; Roemmannië bleef als deel van het Oost-Romeinse Rijk nog lang in stand.

Romeinen of Roemmannen

Wel is de genoemde streek aan de Donau volgens mij het kerngebied van de eerste 'Kelten', die uiteindelijk westwaarts trekken en bekend worden als de Etrusken en de latere Romeinen. De Roemenen zijn een slapend volk dat zijn verleden niet kent, aldus Hietbrink. Volgens mij zijn de Roemenen inderdaad de RU.ME.NU. (= opkomen-melden-permanent), want zij kwamen op vanuit het zuidelijker gelegen Sumer naar de malse weidegronden aan de Donau. Wij kunnen hen zien als de 'vluchtelingen voor een grote ramp' (de Munabtutu = MU.UN.AB.TU.TU. = vertrekken-eenheid-aanbeden-toe-toe), ofwel de Soemerische overlevenden van de atoombommen op de genoemde gebieden.

In de omkering van de naam zien we weer andere elementen opduiken; UN.EM.UR. (= eenheid-eminent-massa), ofwel een belangrijke/eminente groep van mensen, afgescheiden van de massa (inwoners van de landen Akkad en Sumer, want die zijn dood...) en ook als overlevenden uit de stad Ur. Deze groep ontvluchtte de oorlogen en ellende van verwoesting en wilden op het Europese vasteland op adem komen. Zij bewoonden aanvankelijk Roemenië en Hongarije en trekken later verder. Ook is het mijns inziens logisch dat zij ook Italië bereiken en bekend worden als de Etrusken en de latere Romeinen, zoals eerder al aangegeven.

Die afgesplitste groep in Midden-Europa zijn de 'Kelten' (koukleumen), de groep die Rusland bereikte en verder trok naar Estland en Finland - de Finnen en de Friezen. Duidelijk ook scheldnamen voor de koukleumen uit het warme Sumer. De 'kouden' en de 'vriesers' en 'vinnigen' waren de eersten in Europa met een hoge beschaving die in deze gebieden neerstreken. Volgens de meeste wetenschappers kwam het volk Phoeniciërs uit het landgebied dat wij kennen als Phoenicië. Ja zo kan ik het ook! en de Feniciërs kwamen uit Fenicië! Dat land was gesitueerd in Kanaän, het huidige Libanon en deel van Syrië. Van daaruit, zo wordt algemeen aangenomen...

Poeniciërs, waren rijk en hadden poen

verkenden zij de Middellandse Zee en zelfs de gebieden daarbuiten. Zij zijn mogelijk ook in onze kuststreken geweest en tot aan Cape Verde (kaap ver en verre kaap) in Senegal aan de westkust van Afrika. Volgens de Franse onderzoeker en schrijver Jean Mazel zijn de Feniciërs/Phoeniciërs gewoon Himyarieten, afkomstig uit het zuiden van het Arabische schiereiland, het 'felix arabia'. Hun taal, het Oud-Zuidarabisch, schijnt de moedertaal te zijn van het Fenicisch. Het koninkrijk der Himyarieten werd door de oude Egyptenaren het 'land van de Poent' genoemd. Land in de punt van het schiereiland Arabië en mogelijk dus Saba of Sheba.

De Franse Egyptoloog Maspero meent dat Poent, Poenami, Poeni en Puni in feite de zelfde woorden zijn om zowel de Phoeniciërs als de latere Puniërs van Carthago aan te duiden. Slimme vent die Masparo! De naam wordt op verschillende manieren geschreven; Phoenicië, Foenicië, Phenicië en Fenicië, wat doet denken aan het volk Fenni die volgens Assenaar Raymond ten Berge, ooit leefden in Drenthe... Uit het verhaal van Zecharia Sitchin komt duidelijk naar voren dat er rond 2024 voor de jaartelling een grote groep Munabtutu de landen Akkad en Sumer verlaten en noordwaarts trokken, als gevolg van oorlogen en verwoestingen. En nu zijn we weer terug bij af;

Het beloofde land

het einde van de Soemerische beschaving en de vlucht van de Munabtutu naar Roemenië, Hongarije en Rusland en naar Estland en Finland en uiteindelijk naar de 'nederlanden'. Volgende keer verder met mijn taalverhaal en hoe die taal uiteindelijk hier is terechtgekomen; met de komst van de vluchtelingen uit het verre Tweestromenland... die simpelweg hun verslagen godheid Mardoek volgden naar Drenthe en de 'lage landen', in de bijbel de 'bestelde plaats' genoemd en ook het 'schedelland' (vorm van ons land; Friesland het voorhoofd, Suidersee de oogkas en de Zeeuwse eilanden het gebit...) een delta in noordwest-Europa waar het goed toeven is voor de amphibische reptielen.

Een gebied ook waar het land vruchtbaar is (zee- en rivierklei dus goed akkerland...), grazige weiden en rijke boomgaarden, visgronden in het binnenland en op open zee, met grondstoffen als gas, olie, zout en steenkolen en ijzeroer als belangrijkste. Plaats voor havens en steden, teelt van fruit, groenten en granen. Een land met voldoende potentie, zon en regen in verhouding, winden uit het noorden en oosten en warm zeewater uit het westen. Deze plek is duidelijk uitgezocht en goedbevonden door de Anunnaki om er voor lange tijd (in mensenjaren) een nieuw machtscentrum te bouwen, nadat het oude in Babylon en Akkad en Sumer op verachtelijke wijze tot stilstand kwam na de verwerpelijke atoombommen.

De Phoeniciërs/Feniciërs komen verderop in het verhaal wel weer tevoorschijn, daarom even geen aandacht voor hen. Wel nog wat over de oorspronkelijke Soemeriërs. De groep Sumeru, die wegtrok uit Sumer, werd ook Magyaren genoemd. De Magyaren kwamen uiteindelijk terecht in centraal Rusland, Estland, Finland en Hongarije. In het omstreden 'Oera Linda Boek', uit 1876, staat het verhaal opgetekend van het volk de Friezen dat ons overgeleverd is uit de dertiende eeuw. Het schrift echter zou ouder zijn, zeker de overleveringen dateren van 2193 vóór onze jaartelling. In dat jaar verlieten de Friezen hun Atland, hun oude land (niet Atlantis,maar vaderland en ook 'aldland' = het oude land).

Het was verzonken en door water overstroomd volgens het verhaal. Ik denk dat elk volk, waar ook ter wereld, bij het gedwongen verlaten van hun oorspronkelijke land, altijd spreekt van Atlant/Altland/Aldland of van Atlantis. Sitchin komt met zijn onderzoek naar de atoomaanval op Sodom en Gomorrah op een datering van 2024 voor onze jaartelling, maar het zou mogelijk dichter bij 2193 kunnen zijn. Bij de atoomaanval op beide steden verzonk de bodem en een meer zou ontstaan kunnen zijn. Daar waar eens de steden lagen, was nu een meer, de huidige 'Dode Zee' in Jordanië. Als het een en dezelfde gebeurtenis was en de Friezen afstammen van de Sumeru, dan zijn die Friezen, de Munabtutu.

Monteurs en technicie die hun land verlieten. Zij kunnen dus de Magyaren zijn, de magiërs, die iedereen waar zij kwamen verbaasden met hun hoge beschaving en kennis. Zij kwamen terecht in Rusland, Finland, Hongarije en Estland en zitten daar nog steeds. In het 'Oera Linda Boek' staat dat een deel van de Friezen vanuit Finland wegtrok met een grote vloot, afzakte via de Oostzee en uitkwam in de lage landen, ofwel het huidige Nederland. Dat was ongeveer 1700 jaren voor onze jaartelling en driehonderd jaar na hun gedwongen vertrek uit Sumer. De Finnen/Friezen of 'Freya's kinderen' kwamen uit de frisse streken van Europa, waar het vroor en koud was.

De taal de Finnen of Magyaren noemt men 'Fins-Oegrisch' en behoort met het Hongaars tot de Oegrische Taalfamilie. Ook rond Samara en Bolgar, steden in centraal Rusland (RU-land, land van de SumeRU?), ten noorden van de Kaspische Zee en vlakbij de Wolga spreekt men nog Oegrisch. In Roemenië, en met name in Transsylvanië, spreekt een deel van de bevolking nog Hongaars. In de Sovjet-Unie worden aan beide zijden van de Oeral twaalf talen gesproken, die tot de Oegrische Groep behoren, sommige door een handje vol mensen, andere door een miljoen of meer. Voor de volledigheid kijken we even naar de benaming Russen en Ruslui en Rusland, want...

Russen roessen vanwege te veel Wodka

Net als in de naam Roemenen/Rumenu (RU.ME.NU.) zijn de Russen (RU.US.SE.) afkomstig uit Soemerië/Sumer (dat zijn dus SU.ME.RU.). RU.US.LU.I. = 'opkomen-huis-dienstbaar-essentie', ofwel de Russen zijn lui die opkomen of optrokken vanuit hun huis. Zij vertrokken van huis en waren daaraan ondergeschikt of anders gezegd; ze moesten wel want oorlog en verwoesting had hun huizen onbewoonbaar gemaakt. Ze kwamen op (omhoog naar het noorden) vanuit hun huis, hun thuis, hun stad en land. I.UL.SU.UR. = 'essentie-baan/boog-verweg/suiden-berg(en) en UR', ofwel de Russen komen met een boog uit het verre zuiden, van achter de bergen (Kaukasus) en uit het verre Ur.

De Russen zijn onze verwanten. Zoals alle blonde, rossige en roodharige volken (Friezen, Saksen, Kelten) en vriend Vladimir Poetin is dan ook een echte Fries... euh Soemeriër. Dat we ze niet verstaan komt volgens Berend Willem Hietbrink omdat zij 'dronkenmanspraat' spreken, door de vele gestookte Wodka, zoals volgens de zelfde Willem de Zwitsers 'zwetsers' zijn, want hoewel ze Duits/Diets spreken, versta je der geen donder van. Russische dronkenmanspraat; Kremlin in Moskou is 'kromlijn', vanwege de vele gebogen vormen van de torens van het gebouw. Wodka maakt ons danwel loslippiger maar ook tongvaster en dat praat wat moelijk want de mondklanken komen er dan moeilijk uit.

rod 1

RU.US.SE. = 'opkomen-huis-seker', ofwel het zeker dat die lui daar in Rusland opkomen van hun huis. ES.SU.UR. = 'het is-verweg/suiden-berg(en) en UR', ofwel waar zij vandaan komen is ver, verweg en ook in het zuiden, van achter de Kaukasus en wellicht uit de stad Ur. Russen, althans de oer-Russen zijn onversneden Soemeriërs evenals de oer-Friezen en de oer-Kelten. Allemaal de zelfde herkomst, maar zeer verschillend door de verschillende taaluitspraken. Zecharia Sitchin schrijft; 'Rond 2024 gaat een groep  vluchtelingen in noordelijke richting. In wat nu Anatolië is, in het huidige Turkije, gaan zij uiteen. De ene groep trok de Kaukasus over en volgde de Wolga in noordelijke richting en de andere groep trok door Turkije in westelijke richting (en stak de Bosporus over en streek neer op de vlakten van Roemenië en Hongarije...) en het Oera Linda Boek schrijft; 'Zoo is de geschiedenis; 100 en 1 jaar nadat Aldland verzonken is, kwam er uit het oosten een volk weg. Dat volk was verdreven door een ander volk. Achter ons Twiskland, kregen zij tweespalt, zij schiften zich in twee hoopen, en elk ging zijns weegs. Van het ene gedeelte is geen berricht tot ons gekomen, maar het andere gedeelte viel achter ons in Schoonland' ofwel ver achter Twiskland (Midden-Europa - in het verre Turkije zeg maar...) kregen de vluchtelingen ruzie over de te gaande route; noordwaarts of westwaarts.

Ze maakten hun plan en gingen uiteen. Van de ene groep hoorden ze niks meer (de zuidelijke route; Kelten, Etrusken en Romeinen) maar de andere groep bleek zich in Estland en Finland neer te vleien (achter Schoonland, nu Scandinavië - ergens rond 2012 jaren voor de jaartelling) en na ruim twee eeuwen bouwden zij een grote vloot. Volgens Sitchin rond 1800 jaren voor de jaartelling en volgens het Oera Linda Boek in '1794 voor het jaar des Heren', iets gedetailleerder dan Sitchin. Kende Sitchin het Oera Linda Boek? Zo niet! dan komen hier twee verhalen bijeen; een uit Sumer en een uit het Aldland (Babylon). Van daar vertrekken de Babyloniërs, 180 jaren later gevolgd door de Munabtutu in 2024.

dinsdag 8 juli 2014

ANUNNAKI ONZE GODEN deel 37 - De Dietse taal, de oudste van de wereld (5.0)

Rijmen en dichten zonder het hemd op te lichten
Uitgaande van het gegeven dat de teksten op de kleitabletten, gevonden in Soemerië, in steno zijn geschreven... leerden de kinderen op de schrijfscholen een schrijftaal die niet overeenkwam met hun spreektaal. Zij spraken een vloeiende taal, net zoals wij dat doen. Schrijven echter geschiedde in een statische taal; mijn (her)ontdekte Kwando, de 'opdrachten- en instructietaal' van de goden... Dat wil zeggen dat deze leerlingen schrijvers werden van een taal die slechts administratief van aard was. Want je uitdrukken in een stenotaal is en blijft stroef, minder speels ook en beperkt je zwierigheid van gedachten.
Naarmate de taalvaardigheid toeneemt en ook de kennis van het Kwando, kun je eventueel meer accenten aanbrengen en verfijningen toepassen. Ik heb niks met taal, heb geen aanleg voor vreemde talen, maar speel al wel lang met woorden. Toen André van Duin ooit kwam met woordgrappen, deden mijn  werkgenoten en ik ook mee. We verzonnen zelf grappen. Sommige geslaagd en de meesten krakend in hun voegen en amper een lach opleverend. Gelukkig waren wij in het bezit van Piet Smink, die zo'n beetje alle gezegdes en spreekwoorden verhaspelde en op zijn eigen wijze uitsprak. Ik begon ze op te schrijven en werkgenoten 'luisterden mee' en kwamen op gezette tijden 'genoteerde' uitspraken van Piet doorgeven aan mij. Ik schreef er zo'n 900 bij elkaar, met de bedoeling er ooit een boekje over te doen verschijnen. André van Duin zei; 'Het rijdt op vier wielen en het zingt. Wie is het'?... we dachten na en André kwam zelf met het antwoord op de radio; 'Simca Marina'... voor de jonge lezers - een Simca was ooit een Frans automerk - en Imca Marina was ooit een Nederlandse zangeres van het Nederlandstalig lied. Brak door midden jaren '60, Simca verdween in de jaren '80 en dook later weer op als Chrysler-Simca en verdween opnieuw.
124 2
Wij kennen het gezegde; 'Dat is een schuinsmarcheerder', als het een man betreft die zich graag met de vrouwtjes inlaat en zelfs de huwelijkse waarden en normen aan zijn laars lapt. Piet maakte daar het volgende van; 'Hee scheerschuimer weet jouw vrouw der wel van'... en gek genoeg begrepen we meestal wat hij werkelijk bedoelde. Soms verzon hij ze terplekke. Zat iemand wezenloos voor zich uit te staren, kon Piet zomaar zeggen; 'Je zit te kijken alsof je in de verte een bootje ziet gaan'... Die Piet is begiftigd met een rijke taalfantasie. Voorwaarde voor dichten en rijmen en je via schrijftaal uit te drukken is wel dat je een rijke fantasie hebt. 
De literaire Bladapen van Theo de Planneman uit Rotterdam
124 2
  
Het bovenstaande heb ik spontaan neergetikt als intro voor het volgende deel over taal en overgenomen uit mijn boek; 'De Hemelstier'... maar als rijmelaar ben ik toch minder geschikt. Hoewel; toen de Bladapen van wijlen Theo Lalleman uit Rotterdam hun literaire Kokosnoten op mij neerwierpen, werd ik zelf ook een beetje brutaal en durfde ik zelfs wat te rijmelen... Onderwerp was het aantal lichaamsuitgangen van den mensch, dat de groep Brulapen stelde op negen. Ik meende beslist dat ze der eentje misten en ik schreef het volgende als repliek op hun versjes:
Oorgaten spuien smeer
neusgaten niezen snot
Ooggaten huilen traan
mondgat en keel spuwen
Kontgat en darmen duwen
pisgat en sperm gaan
Pissen en spuwen weer
smerige gedachten komen
Maar willen er weer uit
zonder gaten te vullen
Te praten en te lullen
kom ik een tiende gat tekot

De Bladapen van Theo en ook Theo zelf en ene Cees (noemt zich zelf S'ace...) overvoerden mij in korte tijd met hun literraire geleuter, waar ik als litereraire kleuter, steeds het onderspit dolf en trachtte te herrijzen uit de bergen Kokosnoten die zij gooiden en soms meende ik zefs te kunnen dichten en rijmen. S'ace schreef: 'grappig dat ik 5en en 6en enkele dagen terug ook delibreerde... in een postvattend ingenieurs en enpassant pre-genieus stadium van ontluiken. Toch bied ik je aan de eenvoud van nee: né - is een vervoeging van naître... vandaar ook dat welllné i.o. m'n eerste eige bedrijffie is néandersthalers volgt er op als club van schieronmogelijk' en waarop ik hem schreef; 'U bent zo onnavolgbaar dat ik u niet kan volgen'... waarop S'ace antwoordde met: 'Het is geen vraag doch slechts een constatering', waarop ik het spoor al geheel duister was. S'ace vervolgde met: 'Een constatering van dit kaliber zonder vraag vooraf is een vraag , beste Evert Jan. Ben je van die Blonde?. Doe mij maar 'n Leffe. Santé. Overigens geldt na 'n gedane expressie dat de roep uitstaat in hol veld dat zicht vult Baruch Spinoza met Goethe & fortunissimo verenigd in een universeel veld van resonantie verlost van nostalgie, verrijkt met melanchieuze m'ix'. Ik kon niet anders dan inhaken en meedoen, maar het kostte me moeite.

eerst wit, toen lichtblond, donkerblond en nu kaal
maar schuimen doe ik bij tijd en wijle maar effe

dan risp ik zuur, rol met mijn ogen en tol rond
hap naar adem en tast naar steun voor handen

vooral als ik merk dat ik niet pas in een verhaal
en beland in sferen van intellect dat zich verheffe

ver boven mijn kunnen en ademloos hemelrond
en visionair begrip dan klapper ik met mijn tanden

zie mij als zoekend naar verdwaalde heilige graal
die dorstig zijn mond zet aan het glas en beffe
Kunstenaar, levensgenieter en ideeënman Theo nodigde me uit naar Rotterdam te komen voor een literaire ontmoeting met hem en enkele vrienden. S'ace zou ook komen vanuit Zwolle en we zouden praten, drinken en biljarten, want Theo woonde nog hoog en droog in Hilligersberg... maar ik kwam niet tot verdriet en boosheid van S'ace, die voor niets afreisde naar zijn vriend Theo. Hij schreef: 'Beste Evert Jan & relatieschepper Theo. Ik onderschrijf de mededeling van Evert Jan dat hij niet Gekke Henkie is. Het was een van de blinde aannames dat ik zondag naar Rotterdam reed om nader kennis te maken.
Helaas wist Evert Jan zijn verlet niet openhartig te delen met zijn chauffeur. En Theo verkeert in zijn PlannenMakerij waardoor het hoofd vol is en de betrekkelijke notie verontachtzaamt. Dit vastgesteld hebbende moeten we nooit en te nimmer omkijken in wrok en ook niet rouwelijks zijn om gepasseerde stations in lerend perspectief. Hier bij genoeg met genoegen, Cees'. Eerder schreef hij: 'Nou stel je nog geen vraag EJ... en je weet alles van Enki? Waarop ik schreef; 'Ik snap helemaal niks van jullie'... en reageerde met een vers. Ik voelde me al tijden belaagd door de apenkolonie hoog in de bomen en we weten 'hoe hoger een Aap komt, hoe meer we zien van zijn kont'.

nogmaals,
de hoogte van jullie 'apies
als klimsoort zal ik nooit kunnen halen,
waar jullie kruinen
blijf ik slechts struinen

nogmaals,
ik heb oor en 'gehoor
maar geen telepathie ter beschikking,
en jullie woordstoeien
blijft mij vermoeien

nogmaals,
beste Cees wees 'direct
en spreek niet in cryptische vormen,
noch wat betreft Enki
ben niet gekke henkie

Een kunstenaar wordt je niet - dat ben je!
Na al deze 'apekool' komt de Aap uit de mouw; ik ben geen dichter, ik ben geen verzenschrijver, maar slechts een 'rijmelaar'. Geen 'duizenddichter' zoals Berend Willem Hietbrink, maar dat hoeft ook niet. Ik ambieer ook geen kunstenaarsschap, hoewel schaamteloos door het leven klunen, met respect omgeven door een schare fans, gelardeerd met lege flessen wijn en volle asbakken en een stoppelbaard van hier tot gunter... want ik ben immers al de drinkende en rokende fantast van mijn eigen verhalen en het mooie is; ik geloof ze zelf ook nog!
Ik kweek om de zo veel dagen een stoppelbaard en huld me in stilzwijgen, gelijk een wijze op zijn pilaar. En dan denk ik aan de woorden van Toon Hermans die eens zong over de artieste (de Muzeman?)... 'Der zijn van die truien-artiesten, die hebben een baarrrrrd opgespaard en zij zingen chanson trieste en alles alles is noirrrrr. Pourrrrrquoi'? zong hij der achteraan 'Pourrrrrquoi'? Dat wist ik ook niet. Eenzaamheid is vaak geen keuze. Kunstenaarsschap ook niet. Daar kan Berend Willem Hietbrink ook over meepraten en ik inmiddels ook. Wegbereiders en pioniers gaan vaak eenzaam door het leven.
Wetenschappers en wetenscheppers...
Dat is hun tol... of taak... of lotsverbondenheid met het verkrijgen van inzichten. In het leven en proefondervinderlijk. Daarom zijn wij 'wetenscheppers' en geen 'wetenschappers', zoals naamgenoot Evert Jan Beverwijk het zo mooi weet uit te drukken. Wij scheppen het letterlijk op en kijken wat we hebben en de anderen raadplegen het schap. Boekenwijsheid versus levenswijsheid. Een oneerlijke strijd; geen diploma, geen bull, geen erkenning, geen betaalde baan maar slechts hoon en een vermelding in het boek; 'Tussen waarheid & waanzin', door Marcel Hulspas en Jan Willem Nienhuis.
'Een encyclopedie der pseudo-wetenschappen' of in het boek; 'Morosofie', encyclopedie van de domheid over 'Dwaze wijzen en Wijze dwazen in Nederland en Vlaanderen, samengesteld door Matthijs van Boxtel. Helaas sta ik der niet in; het zou een geweldige erkenning zijn. In september 2001, bij de 1e druk schreef Marcel Hulspas van Skepsis een boekrecentie over het laatste boek:'Gedreven door verbazing speurt Matthijs van Boxsel naar de grootste dommerds van Nederland en Vlaanderen. Slechts zij die werkelijk spectaculair faalden, genieten de eer opgenomen te worden in zijn encyclopedie.Dat de domheid een ongekende en vaak schromelijk miskende kracht bezit, heeft Van Boxsel al zeer welsprekend verwoord in een eerder werk, De encyclopedie van de domheid, dat in wezen de inleiding vormde op deze Morosofie. De wetenschap van de domheid is geen kanttekening bij de normale wetenschap, geen appendix van onze wetenschappelijke kennis; ze is veel meer. Domheid is de spiegel van de wijsheid, ze is onze onvermijdelijke en onmisbare medereiziger op weg naar betrouwbare kennis. Geen denken zonder dwalen, geen doorbraak zonder nodeloze blokkade. Maar waar de domheid in haar algemeenheid, als tegenpool van de wijsheid, niet gemist kan worden en daarom met respect behandeld dient te worden, daar is de standvastige beoefenaar van de domheid per definitie misbaar en onmerkbaar.
Wie voor opname in zijn Morosofie in aanmerking wenst te komen, moet zich gedurende lange tijd in troosteloze en onvruchtbare eenzaamheid bezig hebben gehouden met een volstrekt nutteloos boek, een berg onbegrijpelijke artikelen of onontwarbare pamfletten. Een papieren levensbericht is een noodzakelijke voorwaarde, want tekst is nu eenmaal het kleed van de wijsheid. Alleen heeft het kleed dat de morosoof weeft geen enkele drager ooit enige warmte geschonken. En om te voorkomen dat vermelding in deze encyclopedie alsnog respectabiliteit en bekendheid op zullen leveren (waarmee de auteur en zijn werk dus alsnog ten onrechte in dit werk zouden zijn opgenomen), heeft Van Boxsel zichzelf alvast maar opgenomen in zijn eigen encyclopedie. Eer halen uit deze vermelding is zo uitgesloten.
De bibliotheek van de domheid die Van Boxsel gedurende vele jaren heeft opgebouwd, is werkelijk uniek en dankzij zijn schitterende stijl is een wandeling door deze verzameling een groot genoegen. Van Boxsel laat de auteurs van deze hemelbestormende geschriften zoveel mogelijk zelf aan het woord, tenzij citeren per definitie uit de hand lopen betekent. Het is een uniek boekwerk geworden, een 'must' voor iedere skepticus. Afrondende opmerkingen als 'levert in het verlengde hiervan een wiskundig bewijs van de ongerijmdheid van het gangbare vrije wilsbegrip, en een godsbewijs' geven aan dat hij veel meer achterwege heeft moeten laten dan goed voor ons is. Maar gaandeweg wordt de bezoeker overvallen door een vreemd gevoel.
Dwalen door deze zwartglinsterende spelonken van de vaderlandse morosofie maakt nostalgisch. De vondsten weerspiegelen een verlangen deel te nemen aan een inmiddels bijna volledig verloren gegane wereld van eruditie en natuurwetenschappelijke expansie. Misschien is het de absolute stilte waarin ze zich hullen, de jarenlange vrijwillige afzondering, die hen ertoe brengt de meest afgelegen gangen in de oudste bibliotheken te betreden. Om de een of andere reden lijkt hun voorkeur steevast uit te gaan naar bronnen en vragen die in de wereld buiten hun werkterrein nauwelijks nog een rol spelen.
Tot zover Scepter/Skepsis en de gekken en dwazen, de morosofen en de uitvinders, kwartjesvinders, speurneuzen en wijsneuzen, neuzelaars en treuzelaars ofwel de amateur artiesten, de lekenkunstenaars die in al hun ijdel menen iets toe te moeten voegen aan de 'wetenschappelijke' onderzoekingen. Ze zijn vaak maatschappelijk ontspoord, van de ankers geslagen en op drift geraakt op de zee van hun leven. Hun enige houvast is dan hun onderzoek en hun verworven wijsheden. Ik herken het onderwijl mijn leven voortgaat en innerlijke wijsheid verwerven is niet onaangenaam.

Morosoof Berend Willem Hietbrink
124 2
Wel als je het niet kunt delen, er geen of weinig aandacht is of je stelselmatig wordt genegeerd, ontkend en... meer van dat. Een bekend morosoof op het gebied van taal is Berend Willem Hietbrink, beter bekend als de Duizenddichter, die beweert dat het Nederlands de moeder van alle wereldtalen is: het Franse 'brie' komt van 'brei', de Engelsen zeggen 'cow' omdat een koe 'kauwt' en 'paparazzo' is afkomstig van 'papierrotzooi'. Hietbrink ontdekte tevens het 'taalworteltrekken', waarbij men woorden langs enigszins onorthodoxe weg in verschillende woorden ontleedt.

'Hospitaal' is zo bijvoorbeeld te herleiden tot 'huis-bed-hal', 'justitie' komt van 'juist-is-tie' en 'resultaat' kan worden herleid tot 'er-is-al-dat'. Hietbrink schreef er ook een boekje over, Kwispelen met taal ('k wil spelen met taal). Anno 2007 was Hietbrink dagelijks te zien in het televisieprogramma 'Man bijt Hond', met zijn rubriek "Hietbrinks taalles" waarin hij elke avond een tweetal woorden uitlegde. Sinds 2006 houdt Hietbrink zich intensief met het eiland Texel bezig dat volgens hem een overblijfsel van Atlantis is. In zijn optiek is het eiland inmiddels 4200 jaar oud. Hij stelt dat het Texels daardoor een van de oudste talen ter wereld is.

vrijdag 4 juli 2014

ANUNNAKI ONZE GODEN deel 36 - De Dietse taal, de oudste van de wereld (4.0)

De plotselinge ontdekking van het Kwando
In de voorlaatste aflevering was ik blijven steken bij de volgende woorden... 'Daarnaast onderzoek ik de mogelijkheid of de door mij gevonden 'taalsleutel' ook toepasbaar is op alle andere talen in de wereld'... Een tekst, evenals het onderstaande, uit mijn boek in aanbouw ('De Hemelstier'- 1999) waarin alles door mij uitgelegd wordt wat belangrijk is om te weten. Ik begon in april 1999 met dit boek, maar wilde eerst een overzicht maken van de Sumerische karakters/begrippen (en ook de Assyrische en Babylonische) die ik in de boeken van Zecharia Sitchin en Alan Alford vond. Ook in boeken van Herman Vanstiphout en Hans Curvers vond ik aanvullende woorden en zo rubriceerde ik alle woorden.
Opeens zag ik het en ontdekte 'terloops' (dat heet serendipiteit) dat ik vanuit het Nederlands toegang had tot die karakters en begrippen. Ik kon het bijna niet geloven, maar het was toch zo. Na enkele woorden had ik nog steeds iets van ongeloof, maar ver in de dertig begon dat te veranderen. Nu zijn het er over de achthonderd!, waaronder ook gewone Nederlandse woorden, geografische benamingen en benamingen voor planeten en een aantal personen. Het is overbodig u te vertellen dat ik geen Assyrioloog ben, Sumerioloog of kenner van de voor-Azische talen en culturen, ook ben ik geen talenwonder zoals Hietbrink. 
Dit ontbreken van kennis is mogelijk mijn voordeel geweest anders had ik nooit die zijsprongen durven maken, die mij deze ontdekking bracht. En het is een grote ontdekking... Pek van Andel noemt een niet gezochte maar wel gevonden ontdekking 'serendipiteit'. Je struikelt er over, zocht er niet naar en zijdelings loop je der tegen aan. Zo gaat het met de meeste ontdekkingen, althans die ontdekkingen die niet proefondervinderlijk zijn ontdekt. Ik zag dat de Sumerische begrippen aan- en afkoppelbaar zijn, zoals wagonnetjes van een trein. Ze zijn uit elkaar te halen, te knippen, te verknippen als het ware. Bovendien zijn de kleine afzonderlijke begrippen onderling uitwisselbaar. Voorbeelden:
EN.KI. = 'heer-kiepen' en 'heer-kieper' (eigenlijk de 'gekiepte' = KI), Heer van de Aarde... EN.LIL. = 'heer-ligging-illustreren', Heer van de waarnemingen... van de positie (ligging en waarnemingen van hun ster en planeten)... KI.EN.GIR. = 'land van de heren van de raketten', is de vertaling van Sitchin, HeerAarde, draaiend en roterend in haar(zelve), om zichzelf... GIR.TAB. = Sterrenbeeld Scorpioen, draaien en roteren in haar(zelve), verheffen de grote (de grijparm van de Scorpioen)... wenden en keren, met de grote staart paraat, waarin het gif zit (aanbedene)... DIN.GIR. = 'de rechtvaardigen van de vuurspuwende raketten', aldus Sitchin. DI.IN. GI.IR. = 'divers-intens', 'draaien/roterend-haar(zelve)', 'Raket met een capsule'... in hetzelve... DIN. = 'zuiver/rechtvaardig', Sitchin.
'Divers-intens' en omgekeerd NI.ID. = 'turbulent-identiek aan' het omgekeerde en dat is 'divers-intens' en dat klopt als je kijkt naar de lancering van een raket, die ook nog eens in een ondergrondse silo met de neus omhoog gericht stond. Dus letterlijk; raket = rechtvaardig! Vaart recht omhoog naar de sterren. Een boek dat de bijbel niet haalde is 'Jaser, het boek des oprechten', abuisievelijk gezien als dat Jaser een rechtvaardig man zou zijn. Dat was hij misschien ook wel, maar Jaser en zijn mannen moesten de raketbasis in de Baälbek (in Libanon in de Beka-vallei) bewaken. De 'Oprechten' zijn niet Jaser en zijn mannen, maar de raketten in de silo's. 
124 2


Van de halfgod en held Gilgamesh weten we dat hij en zijn vriend Enkidoe (een soort Yeti, Bigfoot, Sasquash of Chewbakka...) optrokken naar de Baälbek om met een raket naar de Hemel te reizen om daar het 'eeuwigheidskruid' te halen, want Gilgamesh is onsterfelijk maar zijn vriend niet... Hij kreeg toestemming van de beheerder van de basis en stapte in een gereedstaande raket (met zelfs al de route uitgestippeld in het besturingsprogramma...) die hem meteen naar de Hemel bracht, naar de goden en de 'vaderen'. E.DIN = Land van de raketten, Sitchin. Huis van, land van, lichaam van en heer van... Divers Intens. Het land van de zeer diverse en intense grote raketten. Divers intens slaat op de 'diversiteit-complexiteit' om tot raketvaart te komen, maar ook om het proces te beheersen... Van ontwerp tot uiteindelijke bouw van de raket. Alle fasen zijn behoorlijk intens te noemen en ook turbulent, want de processen zijn complex.
Ik heb in deze reeks al eens iets losgelaten over de raketbasis in Drenthe en ook vorige week zaterdag in mijn lezing over de 'mens als biologische robot van de goden', haalde ik het nog eens aan... maar maakte het niet af vanwege tijdnood. Dat die er was is ook op te maken uit bepaalde achternamen in het noorden van het land. Namen als Edens, van Eden, Eeden en andere varianten wijzen naar het Eden van Drenthe. Het E.DIN. dat daar eens gelegen geeft. Mirjam en ik raakten aan het einde van mijn lezing kort in gesprek met nog een Mirjam en zij bevestigde mijn Drenthe-verhaal dat daar een raketbasis moet hebben gelegen... ze voelde op twee plaatsen heel bijzondere energie en later in het jaar gaan we maar eens op onderzoek uit.
Jan Evert Musch en Tonnis Dijksterhuis vertelden mij dat drie Hunebedden; een bij Emmen, een bij Havelte en een boven de stad Groningen (bestaat niet meer...) - naar elkaar wijzen en te samen een zogenaamde 'Archimedische' driehoek vormen. Midden door de driehoek heb je onder Gron de Drenthse plaats Norg en daaronder Assen. Uitgesproken als Hassen en door mij als AS.EN. = 'centrum-heer', ofwel het vluchtleidingscentrum van de raketbasis. Trek een lijn van Havelte op de lijn Emmen-Groningen en halveer de driehoek. Twee gelijke driehoeken komen tevoorschijn. Boven de lijn van Havelte heb je het 'Noordenveld' (boven Assen) en onder de lijn het 'Zuidenveld' (onder Assen en boven Hoogeveen). Bij Borger ligt het Ellertsveld en er moet ook een Brammertsveld geweest zijn. Dat kan niet anders.
124 2
Die Brammert is waarschijnlijk dezelfde als Brandaan/Brandaris en een link met de stuwmotoren van raketten is zichtbaar. Brand-aan en Brand-ar-is zijn duidelijke verwijzingen naar vuur, zoals ook niet voor niets de vuurtoren op Terschelling Brandaris is genoemd. Zo was waar nu Groningen, Grünn, Groen of Groeninge ligt een de 'Hof van Eden'. De tuin van de basis en de stad Groningen werd door oude stadjers nog de 'tuunen' genoemd. Duidelijk een verwijzing naar de raketbasis met zijn tuin... dit verhaal heb ik in de afleveringen 20, 21, en 22 al uit de doeken gedaan. Nou der is wat gaande geweest daar in Drenthe dat is wel duidelijk. Bewijzen kunnen we het niet tenzij... Lang verhaal geworden. Verder met het verhaal.
Taalsteentjes als Lego-steentjes
Overal in dit boek komt u die Sumerische karakters/begrippen tegen en andere woorden, tussen haakjes geplaatst en achterin het boek in de woordenlijst verklaard. Een gewoon woord, nou ja gewoon, volgens de Taalwetenschappers geleend uit het Frans: Barricade, betekend volgens het Etymologisch Woordenboek; 'de straat versperren met tonnen' - barriquer (16e eeuw). Volgens Kramers Nederlands Woordenboek is het; 'versperrende verschansing'. BA.AR.RI.KA.DE. = 'In evenwicht zijnde en gerealiseerde verschansing in de opening'... BA - balans, AR - inspannen, RI - aanleggen/realiseren, KA - opening, DE - definitief (althans dat is de bedoeling).
Hieruit blijkt, en ook uit de woorden in de woordenlijst, dat mijn ontdekking veel, zeer veel weg heeft van een verkorte of ingekorte taal - steno dus! Barricade, een woord van 9 letters zegt ons iets over de gesteldheid in de straat of op de trans van een vestingsmuur. De belegeraars stormen naar voren en de belegerden verschansen zich achter de opgeworpen borstwering, over en weer wordt geschoten, gegooid en geschreeuwd. Herman Vanstiphout, toen een vooraanstaand Assyrioloog, werkzaam op de RUG (Rijks Universiteit Groningen) schreef mij als antwoord op mijn brief; 'meneer Poorterman, als het allemaal zo simpel was, had ik het zelf ook wel kunnen ontdekken'...
Ik heb hem op de hoogte gebracht van mijn vermeende ontdekking en hoopte op een dialoog met hem, om te toetsen of mijn zienswijze een juiste is. Toen ik hem vertelde dat ik de Sumerische woorden uit elkaar haalde en ze 'aan- en afkoppelde' en uitwisselde, zei hij; 'dat mag u helemaal niet doen, de Sumerische woorden zijn een eenheid, een geheel zoals ze zijn, daar mag u niet aan tornen!' Gelukkig deed ik dat wel en op grond van mijn bevindingen durf ik te beweren dat mijn methode, mijn vertaalsleutel een perfecte omschrijving geeft van een woord. Dankzij deze methode om een woord te ontrafelen kom ik tot onvermoede ontdekkingen, de verklaring van het woord 'Olympus' onthulde dat...
de berg een dode vulkaan is, wat in geen enkele Encyclopedie te vinden is. En kijkend naar het Griekse 'pos' zien we meteen 'pus' en pus huist in een puist en die kun je uitdrukken... Dan heb je een vulkaan-eruptie in het klein. Dus 'pos' duidt op een vulkaan. Kijkend in de atlas op de kaart van Griekenland en ook buurland Turkije, lees ik geografische namen en zie ik 'Meteora' staan. Moet een gebied zijn geweest waar meteoren insloegen of... waar brokstukken uit de vulkaan neerkwamen. Veel is door simpel onderzoek te achterhalen. Daarbij goed nadenken helpt ook en zo kan onderzoek doen kinderspel zijn. Pak een woordenboek, pak een atlas en zoek de woorden/namen op en je bent al weer verder...
TU TA TI is geen sirene maar ons abc
Van Niek Veldhuis, assyrioloog, kwam ik in 'Phoenix', het blad van het Vooraziatisch-Egyptisch Genootschap een leuk voorbeeld tegen. Het onderwerp was; 'Leren lezen en schrijven in Nippur'. In dit artikel schrijft Veldhuis hoe de leerlingen op de Oudbabylonische scholen, rond 1800 vóór onze jaartelling schooloefeningen maakten op klei-tabletten. Het leren schrijven begon met een eenvoudige oefening, die volgens hem met ons ABC vergeleken kan worden: het geoefende bestaat uit tekens, die steeds herhaald worden, maar vormen nog geen woorden. Ook in een volgende oefening, TUTATI genaamd, vinden we die woorden nog niet... Hier worden de tekens per drietal geleerd: tu-ta-ti, nu-na-ni, bu-ba-bi enzovoort...
TU.TA.TI (TU.TA.TI. = 'toehalen-takelen/verheffen-tierig maken') betekend volgens mijn vertaalslag; toe-eigenen, verheffen en levend maken, ofwel; 'leren en toepassen' - eigenen, verbeteren en tot leven brengen... en dat is precies wat je op school leert! Leren lezen en leren schrijven en door oefening (herhaling) wordt je der steeds beter in. Ga in gedachten terug naar je eigen schrijflessen op de lagere school. Eerst met potlood op de voorgedrukte regels en later pas met kroontjespen en voor de jongeren onder ons; met balpen, rollerball (beiden niet aan te bevelen voor een regelmatig handschrijft...) of vulpen. Met vulpen schrijven is het best vanwege de stroefheid van de pen.
Onderzoek aan tafel
Ik kan zittende achter mijn schrijftafel onderzoek doen, zonder ook maar een schop in het zand te zetten. Wat dacht u van de verklaring voor het woord Sahara. Wij kennen de Sahara als een grote woestijn, als een zee van zand. Het is gelegen in het noordelijk deel van Afrika en reikt van de Atlantische Oceaan in het westen tot in Egypte in het oosten. Van het Atlas-gebergte in het noorden tot Timboektoe, Mali, in het zuiden. De woestijn is bijna even groot als heel Australië. SA.HA.RA, SA = zien/ziende/zag/gezien hebbende, HA = vis/vissen/stroom/stromen (ook van een rivier), RA = stralend/glanzend/flonkerend (radiant in het Engels).
124 2
Letterlijk dus: 'zien-vis-glimmen', ik zie stromen glanzen, zie de vissen schitteren, enz... Het woord Sahara slaat dus op een hoedanigheid van wat het eens was... of op wat het nu is! Ik zie stromen schitteren, ik zie het zand glinsteren in het zonlicht. Aannemelijker echter is dat de naam slaat op water. Onderzoeken doen vermoeden dat het eens een grote binnenzee was, of een binnenmeer, mogelijk het uit de oudheid bekende 'Tritonmeer'. Tot enkele duizenden jaren terug was het nog een vruchtbare vlakte, maar het gebied droogde uit. Momenteel wordt de woestijn elk jaar nog groter door de geringe regenval en de langdurige klimaatveranderingen.
Ook de roofbouw van de bewoners tast de randgebieden verder aan. Dit gebied, de Sahel genaamd (Sa-Hel) betekend ook letterlijk 'Hel'. SA.HE.EL/LE = zie-herrie-bezieling, ik zie de verwarring, waar eens bezieling leefde... Hel is evenals Hemel een plaats in de Kosmos, en met name in het binnenste van onze planeet en ook in de Zon. Hel is 'herrie-bezieling' dus een plaats waar lawaai, verwarring en commotie is, waar alles bezield is, waar de reacties en processen plaatsvinden, waar het verschrikkelijk heet is en licht, fel ook. Het is het hete binnenste van een ster of planeet, het vloeibare. 
Nou heet en fel is het dan ook overdag in de Sahel (en de Sahara) en je smelt er bijna!
124 2

De Sahara was eens een vruchtbaar gebied met rijke visgronden in de binnenzee of meer. Het kende steden met havens en kaden aan de oevers, met hun eigen culturen. In de Hoggar (Hoger?), een gebergte in zuid-Algerije, ook wel AHaggar genaamd en in het Tassili-gebergte noordelijker, heeft men rotstekeningen gevonden, die op een waterrijke omgeving duiden. Hier stop ik abrupt met dit verhaal om de volgende keer verder te gaan. Er komt nog meer over taal uiteraard en langzaam maar zeker duiken we de jongste geschiedenis in, die van nà de zondvloed en die van nà de préhistorie; toen de mens het schrift toepaste en ons 'geschied-en-is' naliet.

ANUNNAKI ONZE GODEN deel 35 - De Dietse taal, de oudste van de wereld (3.0)

Antwerps is de oudste taal ter wereld
Deze week een ingelaste aflevering waar jullie het mee moeten doen. Dat is omdat ik gisteren bezoeker en spreker was op het Earth & Beyond Evenement in de Jaarbeurs van Utrecht. Ik voeg dit onderwerp nu op als reserve-aflevering en dat kan heel goed omdat het gewoon over de Dietse Taal gaat. De beroemde Berend Willem Hietbrink uit Maastricht meent dat het Limburgs dialect de oudste taal van de wereld is... en dat klopt waarschijnlijk ook... maar Gelein Jansen van Texel beweert dat het Texels dialect de oudste taal van de wereld is en dat klopt waarschijnlijk ook!
En nu komen de Vlamingen opeens met een zelfde soort claim; dat hun Hantwerps de oudste taal van de wereld is en dat klopt waarschijnlijk ook. Simpelweg omdat het Diets (Dutch/Deutsch) en alle dialecten erin de oudste taal is in leeftijd en mogelijk tientallen of zelfs honderden miljoenen jaren oud... en meegenomen door de Anunnaki van hun wereld. Een van de vier planeten rond de bruinrode dwergster of... van een wereld rond een ster uit de 6e of de 5e dimensie, ergens ver weg in het Orion-stelsel. Daarmee hoeft het niet de oudst gesproken taal op deze planeet te zijn; mogelijk is er een taal die al langer gesproken wordt dan de taal van de Anunnaki, die volgens Zecharia Sitchin ongeveer 445.000 jaren geleden neerstreken op onse planeet. Ik ontving het bericht over het Antwerps van vriend Rudy uit Vlaanderen en deelde het met mijn vaste groep lezers, aangevuld met mijn bespiegelingen. Der gaan geruchten dat de naam Antwerpen van 'Handwerpen' komt en dat men in het verleden afgehakte handen (van dieven naar ik aanneem...) in de Schelde gooide. Aannemelijker is het echter dat Hantwerpen, net als meerdere havenplaatsen aan zee begint met het oertaalwoord HA.
HA betekent 'stromen', 'stroom', 'vissen' (denk aan een school vissen...). Daarom begint het woord HAven dan ook met HA en kennen we HAvenplaatsen zoals HArderwijk, HArlingen, le HAvre, HAmburg en uiteraard HAntwerpen. Dat lijkt me een logische verklaring... en der zijn nu eenmaal streken waar de H wwort ingeslikt en niet uitgesproken... zoals met HAssen de hoofdstad van Drenthe. De Drenthen laten de H wel weg maar zeggen HAssen, terwijl Hoogeveen wordt uitgesproken als Oogeveen. Rare jongens die Drenthen en rare jongens ook die Vlamingen.
Rudy schrijft; 'Ik wist het, ik wist het! Dag Evert, onderstaand (redactie: volg de navolgende link) een filmboodschap die Delphine ontvangen heeft en aan mij doorstuurde; Wat de Antwerpenaars al lang wisten! En de rest is parking, maar dat wisten jullie ook al wel'. groet Rudy.
Canvas-tv 'Man over woord: Antwerps
Jan van Gorp, geboren te Hilvarenbeek in Brabant (Iohannes Goropius Becanus, 1518 - 1572), schreef het boek; 'Origenes Antwerpianae', dat in 1569 bij drukker Christoffel Plantijn te Antwerpen werd gedrukt. Het was het eerste aan de 'Nederlandsche Tael' gewijde taalpolitieke geschrift dat verscheen in de Nederlanden. Jan van Gorp studeerde wijsbegeerte te Leuven en werkte ook als lijfarts aan de Franse en Hongaarse hoven. Later verhuisde hij naar Antwerpen alwaar hij een omvangrijke artsenpraktijk had, totdat hij lijfarts werd van Pilips II. Van Gorp beweerde dat het Nederlandsch de oudste taal van de wereld is en afkomstig van het Kimbrisch, de oertaal van het Nederlandsch. Van Gorp zei; 'Onze tael is als een fraai kleed, dat alleen maar ontsierd wordt door de lappen en broderijen uit andere talen'.
Van Gorp ontdekte de vele oorspronkelijke eenletterige grondwoorden van het Nederlandsch en zo'n taal behoeft niet te lenen uit andere talen. Van Gorp beweerde ook dat het Nederlandsch, dat hij het Diets noemde; dat komt van d 'outs/oud's, de 'oudste' van allemaal, waarmee hij tevens doelde op de oude bloedlijnen en afstammingen tot aan de schepping van de mens - geen tak was aan de Germaanse Taalstamboom, maar dat het Diets de stam zelf is. Zijn taalontdekking werd door tijdgenoten als Julius Lipsius en Josephus Justus Scaliger dan ook ferm afgewezen. Taalwetenschapper A. M. Hagen schrijft in zijn boek; 'De lof der Nederlandse Taal' dat men in de 16e eeuw midden in een periode zit waarin de volkstalen opkomen. Deze volkstalen eisten, in de geest van het Humanisme en nationale renaissances, hun plaats op naast het Latijn.
Hagen noemt de oertaal-claim van Van Gorp 'doorgeschoten chauvinisme'... en natuurlijk wil elke onderzoeker graag dat zijn landstaal de oudste en meest oorspronkelijke is, aldus Hagen. Hij stelde wel dat het Nederlands erg krachtig is en het heeft grote retorische overtuigingskracht. Simon Stevin van Bruggen (1548 - 1620) werkte het gedachtengoed van Iohannes Goropius Becanus verder uit en zei; 'Wij bezitten 742 éénsilbige werkwoorden (stammen) en 1228 éénsilbige grondnamen, het Grieksch heeft er vervolgens maar 45 van de eerste en 220 van de tweede soort; het Latijn nog minder'. Simon Stevin zag het Nederlansch als superieur aan het Grieksch en vooral Latijn. Het Fransch, Spaansch en Italiaansch zijn volgens hem arme verwerpelijke talen, niet geschikt voor het behandelen van ingewikkelde zaken!
Stevin stelde ook dat de kortheid van het Nederlandsch, door zo veel éénletterige woorden, de taal geschikt maakt voor het koppelen van woorden. Het kan; 'De hoorders heftlick beweghen tot des sprekers voornemen', waarmee hij aansluit bij Hagen's waarneming dat onze taal een grote retorische overtuigingskracht herbergt... bovendien is de taal gemakkelijk van de lippen te lezen, omdat de taal geen pla(k)muur kent (voor- en achtervoegsels) en de lettergrepen zijn als bakstenen. Berend Willem  Hietbrink  (1943 - ) zegt; 'Het Nederlands is een taal die uit de (Soemerische) klei is getrokken en elk woordje is als een handje klei dat door-en-door wordt gebakken als een steen. Die bakstenen zijn perfect te voegen en vormen zo samen een muur die niet omver te krijgen is. In die muur zie je alle stenen nog stuk voor stuk zitten'.
Simon Stevin werkte aan zijn boek; 'Uytspraeck van de Weerdicheyt der Duytsche Tael' dat in 1586 verscheen. Het is een loflied op het Nederlandsch. Hoewel Jan van Gorp en Simon Stevin sterk bekritiseerd werden kregen zij ook steunbetuigingen van Spiegel, Scriverius en Heinsius en in onze tijd van Berend Willem Hietbrink, Gelein Jansen en Evert Jan Poorterman. Willem beweert al lange tijd dat zijn Maastrichts, zijn Limburgs dialect het oudst overgebleven restant is van de oertaal, eens door alle mensen gesproken. Gelein Jansen van Texel beweert het zelfde, maar dan dat het Texels dialect de oudst overgebleven taal is. Gelein ziet in het Latijn dan ook een duidelijke verwijzing naar een nieuwe 'gekunstelde' taal zoals ook later het Esperanto bedacht wordt. Latijn = omgekeerd Nijta(a)l. 
Gelein speelt met taal, zoals Willem en ik dat ook doen ieder op onze eigen manier. Dat doen er meer natuurlijk maar niet zo gedreven en gericht. Willem bestudeerde het werk van Jan van Gorp, van Simon Stevin, las het Oeral Linda Boek (der Friezen), waarvan Gelein op zijn beurt in zag/las dat die Friezen ook in India en Siberië zijn geweest, want een kleine omzetting levert ons een nieuwe titel op; 'Oeral Inda Boek'. Gewoon door  de L van Linda aan Oera te koppelen. Spelen met taal dus... en dat deed Willem dan ook aanzetten tot het schrijven van zijn boekje; 'Kwispelen met taal', ofwel ik wil spelen met taal...  dat hij samenstelde met Ronald Lagendijk, want als een hond kwispelt zegt hij; 'Ik wil spelen'. Gelein stelde de woordenboeken Texels-Nederlands  en Nederlands-Texels samen. Dat uiteraard na vele jaren van lezen, prakkedenken, beoordelen en het opeens zien. Tot 'inzicht komen dus'. 
Zo zette ik mijn tanden in talloze boeken en later in die van Sitchin en het Oera Linda Boek alvorens mijn 'taalvondst' te doen. Zo zijn er al tenminste drie geraakt door een onzichtbare kracht en drang te willen uitzoeken en weten waar onze taal vandaankomt danwel aan te tonen dat de onze echte de oudste is. In het onderstaande filmpje noemt de verslaggever Iohannes Goropius Becanus nen 'Ollander', maar hij was natuurlijk een Brabander en bovendien waren de 'Nederlanden' nog één natie, samen met Luxemburg en ik vind dat we ons politiek sterk moeten maken de 'delen' opnieuw aaneen te smeden tot één land. Met het Duitse 'Ostfriesland', de Emsstreek tot aan Bentheim, België en Luxemburg en de regio Duinkerken en Calais, Frankrijks noordelijkste departement. Een land met één taal, met één volk en met één gemeenschappelijke herkomst; Soemerië en Babylon.
Een land met drie grote havens, met 33 miljoen inwoners, met handelsgeest en daadkracht. Een land ook met één volk dat naast een gemeenschappelijke taal ook dezelfde culurele erfenis heeft terug te vinden in de folklore die we in stand houden. Bewust zijn de 'Nederlanden' gesplitst en uiteindelijk gescheiden, omdat de kracht gebroken moest worden. Dat was een samenwerking van de Fransen en de Engelsen die in 1830 leidde tot de oprichting van het koninkrijk België en het koninkrijk der Nederlanden. Kort na aankomst van de Friezen/Vrijen op de kusten van westelijk-Europa (rond 1630 vóór de jaartelling) was er al een afvallige groep. Het was de burghtmaagd Kålta die de rivier de Seine koos als noordelijke grens en zich met haar volk afscheide van het machtsgebied in het noorden. De hoofdburght was toen gevestigd op het huidige Texel, toen Texland geheten. 
Omdat hier de Friesche wetten (teksten) te lezen waren op de muren van de burght. Hier zetelde de macht van de nieuwkomers op Europa's kusten. De Friezen/Vrijen bouwden totaal 13 steden, waarvan Medeasblik, Enkihuizen, Aldegaraburght, Lydasburght, Slavenburght, Middelburght, Burght-(Haamstede), Souburght, Domburght mij zo te binnen schieten (ik haal die 13 niet helemaal). De 'lage landen' vormden het epicentrum van de macht van de Friezen/Vrijen op de kusten van Europa. De afvallige Kålta wilde geen gezag vanuit Texland en wilde zelf bepalen hoe-en-wat te doen... Zij noemden zich de 'Franken' en kozen voor een Haan op hun banier. En tot op de dag van vandaag zijn de 'Haantjes' dwarsliggers en traineren zij de voortgang van Europa! En lijken zij onachtzaam en dus een gevaar voor Europa.
Vriend Nostradamus zag zijn toekomstige Frankrijk als de 'openstaande' achterdeur van Europa waardoor de moslims Europa zouden binnenglippen. Ook al zijn wij reeds 115 jrengescheiden, toch zijn er 'nederlanders' die samenwerken teneinde de delen weer samen te voegen. Er zijn een aantal Vlaams-Nederlandse betrekkingen onderling. Zij zetten zich in de Nederlanden weer samen te voegen en één staat te worden. Zij organiseren bijeenkomsten in beide landen en zijn goed georganiseerd, maar helaas politiek onvoldoende krachtdadig en ook publiekelijk onvoldoende bekend... maar wat nu telt en belangrijk is is dat wij een groots verleden hebben en allemaal uit het Tweestromenland komen en de oudste taal van de mensheid spreken; een taal die ons direct verbind met de scheppers van de mens; de Anunnaki/Nephilim ofwel de Elohim uit de bijbel. Wij stammen direct af van de bloedlijn van Noach en zijn familie.
Diets = Duits = Deutsch = Dutch = Duytsch = Duuts - en Willem Hietbrink zegt; 'erudiet' = eer uw diets! 

maandag 30 juni 2014

ANUNNAKI ONZE GODEN deel 34 - De Dietse taal, de oudste van de wereld (2.0)

De Taalfamilies en Jan van Gorp en Simon Stevin
In deze aflevering ga ik dapper verder met de uitleg van mijn (her)ontdekking van de oertaal Kwando... en de relatie met het Diets, zoals reeds in de 16e eeuw al ontdekt door Jan van Gorp en Simon Stevin. Het is uitermate belangrijk te weten dat wij hier in de 'lage landen' een taal spreken die ons integraal verbindt met de mythologische en bijbelse goden. Nu is het Nederlandsch slechts een deel van het voormalige Dietse taalgebied, dat ruim een eeuw geleden nog een grotendeels midden-Europa omvatte; van Calais en Duinkerken tot aan Koningsbergen in het uiterste oosten van Pruissen en van Flensburg tot aan Zuid-Tirol in Italië dat destijds tot het Oostenrijk-Hongaarse keizerijk behoorde. Nu liggen Merano en Bolzano (toen nog Meran en Bozen) in Italië en liggen in de Italiaanse provincie Bozen-Zuid-Tirol.

124 2

En meer dan 100 miljoen Europeanen spraken destijds Diets en het gebied omvatte Nederland, België, Frans-Vlaanderen, Luxemburg, Duitsland/Pruissen, Zwitserland, Lichtenstein en Oostenrijk-Hongarije (deel van Roemenië)... Handelslui uit Twente van een eeuw geleden en langer terug in de tijd, de zogenaamde 'Rusluu', ofwel Rus-lui (Rusluie), lieden die op Rusland reisden met hun handelswaar, konden zich tot in Sint Petersburg verstaanbaar maken... Gewoon in het plat of dialect (Nedersaksisch). Die Ruslui zouden hoofdzakelijk uit Vriezenveen komen en wellicht is dat ook zo (aanvankelijk). Naar gelang de tijd verstreek en de handel in Rusland zich uitbreidde melden zich meer 'Ruslandgangers' voor de grote trek naar het 'wilde oosten'. 

124 2

Een oud-collega en vriend van mij; Dinand Baan uit het Twentse Rijssen werd 'Baan van de Rus' genoemd... vanwege zijn voorvaderen die op Rusland trokken... en omdat er veel families woonden met de achternaam Baan. Heel algemeen nog in gebruik in Twente om familie uit elkaar te houden. De Twentse handelaren konden zich gewoon uitdrukken in hun eigen plat-Twents en zich verstaanbaar maken... en als ik hier over de grens ga en plat proat, in dialect spreek (Nedersaksisch...) dan kan ik me vaak ook heel goed verstaanbaar maken. Maar de jongelui spreken niet meer zo veel en goed dialect. Dat verdwijnt. Aan beide zijden van de grens.

124 2

Hier in mijn dorp Brummen spreekt de hedendaagse jeugd hoog-Haarlemmerdijks, evenals elders in Nederland, met de sterk verdwenen Hilversumse R. Die R hoor je niet en is een neus/mondklank geworden in plaats van een rollende Rrrrrrr... Dat die R verdwijnt is een ramp... de R (ER>) staat voor 'waardevol' en stamt van ER en dat betekent 'waardevol' en dan specifiek erts en nog specifieker eremetalen zoals goud en zilver (en waarschijnlijk kobalt, uranium, wolfram, platina en wat die Anunnaki nog meer konden gebruiken als grondstoffen - tellurium...) en met het verdwijnen van die R, verdwijnt kracht uit onze taal. Scheppende kracht welteverstaan, want zuivere taal spreken is scheppen. Met inferieure talen kun je niet scheppen.

124 2

Eén taal, één spraak
Kwando is volgens mij de taal der goden, de mythologische goden en die van de bijbel. Het was volgens mij een steno-taal, in gebruik bij de goden op al hun bebordingen in fabriekshallen, havens, hoogovens, mijnen, raketbases en vliegvelden en natuurlijk ook in de ziekenhuizen, winkels alle openbare werken. Het was beslist geen gesproken taal, het was een taal waarin de functie van een ruimte, een richting werd aangegeven en had ook de functie van pictogrammen, zoals wij die kennen. Er werd uitleg gegeven in korte begrijpbare begrippen. Men kon bij het betreden van een gebouw, ruimte of terrein direct zien wat er zich bevond of werd opgeslagen.
Het was, beter gezegd, een informatieve verkorte taal. Taalpuristen zijn al vele eeuwen op zoek naar de oorsprong van de talen en de meeste talen zijn nu dan ook ingedeeld in Taalfamilies. Het Nederlands behoort met het Vlaams, Duits, Engels, Noors, Deens en Zweeds tot de Germaanse talen, evenals het Fries en Faer-Oërs. Tot het Germaans behoorden ook eens het Oud-Noors, het Oud-Nederduits, Oud-Hoogduits en het Gotisch. Het Engels met name is een mix van het Oud-Noors, dat met de komst van de Jutten en Angelen in Brittannië gaandeweg gemengd werd met het Pictisch en met het Keltisch.
Sprookjes zijn spraakjes
Aan de mix werd ook nog het Latijn toegevoegd tijdens de Romeinse overheersing vanaf 55 jaar vóór onze jaartelling tot 409 jaren nà de jaartelling. De Duitse filoloog en sprookjesschrijver Jacob Grimm, was één van de eersten die de kracht van het Engels inzag; 'In rijkdom, wijsheid en strakke eenvoud kan geen van de andere levende talen ermee wedijveren', schreef hij. De Grimmen, Jacob en Wilhelm werden reeds jaren voor hun geboorte voorgegaan door John Adams, die had geschreven; 'Engels is meer voorbestemd om de komende eeuwen de algemene wereldtaal te worden dan het Latijn in het verleden en het Frans in deze eeuw'! Adams had een vooruitziende blik, het Engels is heden ten dage de wereldtaal...
Omstreeks 1806 begonnen de Grimmen, Jacob (1786-1859) en Wilhelm (1785-1863) sprookjes te verzamelen. Het zogenaamde 'Oelenberger Manuscript' van 1810 is daarvan de vroegste geschreven getuigenis. Jacob Grimm moet ook genoemd worden als één der grondleggers van de vergelijkende taalwetenschappen.
De Maastrichtenaar Willem Hietbrink (1943) beweert al jaren dat het Vlaams, het Nederlands en het Neder-Duits, de zogenaamde 'Dietse' talen, het laatste restant zijn van de wereldtaal van het verleden. In zijn boekje; 'Kwispelen met taal' haalt hij de taal terug door naar het gebaar en de functie van een woord te kijken. Hij zegt; 'Zoeken naar de oorsprong van de taal loopt dood wanneer wordt uitgegaan van schrijftaal. Taal is in de eerste plaats spraakkunst en simpel te verklaren door te luisteren naar klanken. Te beginnen bij ons spraakorgaan volgen we het natuurlijke spoor terug en ontdekken zo de weg die de taal is gegaan.
Woorden spreken voor zich, de herkomst is te horen'; behaard: baard, deksel: dek-ze-al, Wilg: gewillig, navel: na-vel, vel van de navelstreng aan het vel dat je al hebt... Hietbrink kan woorden van vele talen en dialecten van de wereld in drie tot vijf stappen terug naar het oorspronkelijke Dietse stamwoord en hoewel hij beslist vernieuwend te werk gaat, is hij niet de eerste die het Nederlands naar voren schuift als mogelijke oude en zeer oorspronkelijke taal.
Als 'navel' het na-vel is dat er achteraan komt met de geboorte, wat is dan sna-vel. Snavel, de mond van de vogelachtigen zou door mij als ES.NA.VE.EL/LE uitgesplitst worden. Is-gevormd-veel-bezieling-levendig, het gevormde (waarin) veelvoudig het bezielde (de insecten en piertjes) levendig (wordt)... in dat bekkie gaat het voedsel, dat voor leven zorgt van de vogel zelf. Zo zit dat. Sna-vel is geen vel, maar ook geen bot of been... het doet denken aan na-gel, hoornachtig van structuur. Is dan een sna-vel een na-gel?! hoornachtige groei aan het einde van vingers en tenen en in het geval van de bek - aan het einde van de snuit.
'In de zestiende eeuw, zo schrijft A. M. Hagen in zijn boek; 'De lof der Nederlandse Taal', zitten we middenin een periode van de opkomst van de volkstalen. Deze volkstalen eisten, in de geest van het Humanisme en de nationale renaissances, hun plaats op naast het Latijn'. In 'Origenes Antwerpianae' werd voor het eerst een aan het Nederlands gewijd taalpolitiek geschrift gepresenteerd. Dat was in 1569 bij drukker Christoffel Plantijn te Antwerpen. De schrijver was de bekende Johannes Goropius Becanus. Hij werd op 23 juni 1518 geboren bij Hilvarenbeek als Jan van Gorp. Hij studeerde wijsbegeerte en geneeskunde te Leuven en werkte later als lijfarts aan de Franse en Hongaarse hoven.
Hij verhuisde naar Antwerpen en had een omvangrijke artsenpraktijk, totdat hij de lijfarts werd van Philips II. Hij beweerde dat het Nederlands de oudste taal van de wereld was en afkomstig van het Kimbrisch, de oertaal van het Nederlands. Hoewel Becanus aantoonde dat het Nederlands een oorspronkelijke taal is werd het door mensen als Julius Lipsius en Josephus Justus Scaliger (1540-1609), zoon van Julius Caesar Scaliger (1484-1558), afgewezen. Becanus ontdekte de vele oorspronkelijke eenlettergreperige grondwoorden van het Nederlands en zo'n taal behoeft niet te lenen, 'onze taal is als een fraai kleed, dat alleen maar ontsierd wordt door de lappen en broderijen uit andere talen'... Hij stierf te Maastricht op 28 juni 1572.
Naam Goropius wordt scheldwoord
Zoekend naar woorden kwam ik in het Etymologisch Woordenboek het woord 'Goropisme' tegen. Het betekent; 'belachelijke etymologie' het is een vakwoord, soms vermeld in encyclopedieën en in woordenboeken zelden. Het werd in 1762 verzonnen door de grote Duitse wetenschapper Gottfried Wilhelm Leibnitz. Volgens hem zijn 'goropismen' vreemde en veelal ridicule etymologieën zoals die van Becanus. Maar Becanus stelde dat 'Duyts' douts is, ofwel 'de oudste'... Duits komt van Diets en Duyts. In Amerika zegt men Dutch als men Duits bedoeld. Zo worden de Dutch (Nederlanders) met de Duitsers verward. Ik denk dat Becanus een goed inzicht had en eenmaal uitgewerkt door Stevin zou dat ook blijken, evenals mijn taalontdekking...
Simon Stevin, geboren te Brugge in 1548 en gestorven in Leiden of 's-Gravenhage in 1620, schreef in 1586; 'Uytspraeck van de Weerdicheyt der Duytsche Tael', zijn loflied op het Nederlands. Simon Stevin was een groot wetenschapper op het gebied van de wiskunde, zeevaartkunde, aardrijkskunde, natuurkunde, astronomie, mechanica en weg- en waterbouw, om er enkele te noemen...
In zijn geschrift; 'Uytspraeck van de weerdicheyt der Duytse Tael' (Uitspraak van de waardigheid der Dietse Taal) uit 1586, stelt Stevin dat de kortheid van de Nederlandse taal door zoveel éénlettergreperige woorden, deze taal geknipt maakt voor het koppelen van woorden...
Hij werkte Becanus' idee van de grondwoorden mathematisch precies uit. 'Wij bezitten 742 éénsilbige werkwoorden (stammen) en 1228 éénsilbige grondnamen, het Grieksch heeft er van de eerste soort maar 45 en van de tweede 220; het Latijn nog veel minder'. Hij zag het Nederlands als superieur aan het Grieks en vooral het Latijn, het Frans, Spaans en Italiaans, zijn volgens hem arme, verwerpelijke talen, niet geschikt voor het behandelen van ingewikkelde zaken! En hij als meervoudig wetenschapper kon het weten... Simon Stevin stelt dat de kortheid van het Nederlands, door zo veel eenlettergreperige woorden, de taal geschikt maakt voor het koppelen van woorden.
Stenen in de muur
Ook is de taal erg krachtig en heeft het een grote retorische overtuigingskracht, schrijft A. M. Hagen. Het kan; 'De hoorders heftlick beweghen tot des sprekers voornemen'. Bovendien is de taal gemakkelijk van de lippen te lezen, omdat de taal geen pla(k)muur kent (voor- en achtervoegsels). De taal kent weinig voor- en achtervoegsels en de lettergrepen zijn als bakstenen. Hietbrink zegt; 'Het Nederlands is een taal die uit de klei is getrokken, en elk woordje is een handje klei dat door-en-door wordt gebakken tot een steen. Die bakstenen zijn perfect te voegen en vormen zo samen een muur die niet omver is te krijgen. In die muur zie je alle stenen nog stuk voor stuk zitten'.

124 2

Het Nederlands van nu, zo schrijft Hietbrink, telt veel meer woorden van één lettergreep. Bak-bok-bek- bik... pak-pok-pek-pik... dak-dok-dek-dik, de woorden met één lettergreep stapelen zich moeiteloos op! Hij komt tot de conclusie dat er in feite 15 losse klinkers thuishoren in ons alfabet. Vervolgens maakt hij combinaties van klinkers en medeklinkers die wij kunnen uitspreken. Dat geeft een totaal van 360. Hij meent zelfs dat er 360 kolommen te maken zijn met elk 360 klankenreeksen. Klankencombinaties uit het verleden, het nu en uit de toekomst zijn vervat in dit totaal. 129.600 klankencombinaties in de Kosmos die ooit, nu en straks gesproken zullen worden...
Die 360 klanken lijken akelig goed bij de Anunnaki/Nephilim te passen. Zij maken gebruik van het sexagesimale ofwel het '60-tallig'-stelsel (en wij van het decimale talstelsel). Als scheppers van de mensheid hebben zij ons hun taal, of hun 'commando-steno' geleerd en gaan in hun ideologie uit van waarden en getallen, zoals 6 - 12 - 60 - 360 - 3600... en 129.600 is een veelvoud van 360 x 360 zoals hierboven reeds genoemd. Een heilig getal. Ook verwant aan de 360 graden van een cirkel (360° en als we de kleine 0 zien als een grote nul 0 staat er gewoon 3600, ofwel de omlooptijd van de 12e pla...komeet die een ster blijkt te zijn!).
Natuurlijk wil elke taalonderzoeker graag dat zijn 'landstaal' tot de oudste behoort en de meest oorspronkelijke is. Wetenschapper A. M. Hagen noemt de oertaalclaim van Becanus 'doorgeschoten chauvinisme'. Ik voel mij echter in het gezelschap van Becanus, Stevin, Spiegel, Scriverius, Heinsius en Hietbrink in goed gezelschap. Dankzij het speurwerk van Hietbrink en zijn voorgangers, maar ook dankzij mijn brutaliteit en eigenwijze 'onwetenschappelijke' manier van denken deed mij ontdekken dat het Nederlands mogelijk tot de oudste talen van de wereld gerekend mag worden en een sleutel is tot het verklaren van Sumerische begrippen.
Daarnaast onderzoek ik de mogelijkheid of de door mij gevonden 'taalsleutel' ook toepasbaar is op alle andere talen in de wereld... en dat is zo, weet ik inmiddels! Daarnaast blijkt taal, de klanken van de lettercombinaties en de letters zelf, geschikt te zijn voor helende werking en een zekere geneeskracht omdat de klanken en trillingen doordringen in het lichaamswater en op celniveau veranderingen kunnen teweegbrengen. Daarover en over Taal in het algemeen en het Diets in het bijzonder meer de volgende keer...