Mijn hele reis door de geschiedenis van het ontstaan van de mens, waarin ik ontdekte dat de mens een relatie heeft met de goden en dat die goden zeer nadrukkelijk aanwezig zijn in onze samenleving, bracht me uiteindelijk bij Zecharia Sitchin en zijn beweringen, uitlatingen en boeken. Met name zijn eerste boek; 'De Twaalfde Planeet'. Dat boek is zo volledig als basis om: A - dit materiaal verder uit te diepen, B - van daar uit verder te speuren in de wijde omgeving en C - om dankzij Sitchin's beweringen een sprint te nemen, de horden en waterbakken van de steeple-baan welhaast negerend en om een overzicht te verkrijgen wat betreft onze geschiedenis.
Ik zou gaan vertellen over Adam2, maar ik vrees dat dit nog een week opschuift, vanwege problemen met mijn computer... vandaag was weer zo'n dag dat de tegenkrachten voelbaar waren. Lettertekens pasten niet bij de ingedrukte toetsen en andersom. Daarom ben ik twee uren wezen afkoelen en heb ik tussentijds boodschappen gedaan en leuke gesprekken gehad (met Hildegard een oudere dame wier vader nog heeft gevochten in Java-Zee tegen de Japanners...) en eenmaal terug was het nog niet over en besluit ik alvast vooruit te lopen op de reeks door te vertellen van de zondvloed en de daaraan gekoppelde herinneringen van de mensheid...
Allerzielen, Halloween, Allerheiligen en Samhain
Een wereldwijde dodenherdenking die terug gaat tot aan de zondvloed, alleen weten wij dat niet meer... Deze dodenherdenking wordt en werd wereldwijd door tal van volken gevierd in de periode eind oktober, begin november en zelfs tot half november. Dat het in latere tijden werd gekoppeld aan de herfst, als overgang van de zomer naar de winter, berust op een vage herinnering aan de 'paradijselijke' omstandigheden van vóór de zondvloed en de winter van nà de zondvloed.
Ik ben eens even gaan snuffelen en vond zo het een-en-ander. Allerzielen is een gedenkdag van de Rooms Katholieke Kerk en deze wordt gevierd op 2 november. Op deze dag herdenkt de Rooms Katholieke Kerk alle overleden gelovigen. Het bidden voor de overledenen werd reeds in de 2e eeuw voor de jaartelling gedaan... zegt Wikipedia. Door de vaststelling van Allerzielen op 2 november wordt de band van deze herdenking met Allerheiligen beklemtoond. Allerheiligen is een christelijk feest dat op 1 november valt en gevierd wordt onder Katholieken en Anglicanen. In de Katholieke Kerk is het 'hoogfeest'. Ook de Oosters-Orthodoxe Kerk kent het feest, maar op de eerste zondag nà Pinksteren, mogelijk in navolging van Lemuria dat op 13 mei gevierd wordt. De volgende dag (2 november) wordt dan Allerzielen gevierd. Aannemelijk is dat men tijdens de 'kerstening' van Europa het feest is gaan vieren rond de periode van het oorspronkelijke heidense feest 'Samhain'.
Samhain is het Keltische nieuwjaarsfeest, dat begint aan de vooravond rond 1 november, maar gezien de Kelten een maandkalender gebruikten, loopt deze niet gelijk met onze 'lunisolaire' kalender. Men vierde de overgang van de zomerperiode (mogelijk gerelateerd aan de 'paradijselijke' omstandigheden van vóór de vloed - warme omstandigheden en altijd zomers) naar het begin van de winter (die zich nà de vloed voor het eerst manifesteert omdat de planeet nu scheef hangt ten opzichte van vóór de vloed). Samhain is het Iers-Schotse-Gaelische woord voor de maand november (Saun = het Ierse woord voor de maand november). In Wales werd dit feest 'Calan-Gaeaf' genoemd en dat betekent; 'eerste winterdag' of 'vooravond van de winter'... en hier gaat wederom een vergelijk op met de paradijselijke omstandigheden en de winterse van nà de vloed. Voor de Kelten was het ook een nieuw begin... van het nieuwe jaar en met de seizoenwissel en de cyclus van het leven.
De Zondvloed
Nou dat lijkt me toch echt slaan op het overleven van de zondvloed: een nieuw begin, een nieuw leven voor de overlevenden. Samhain is voor 'paganisten' (aanhangers van natuurreligie's) de tegenhanger van Beltain, een feest ter verering van de doden... maar laat ik eerst eens even naar de opvallende genoemde woorden kijken en deze eens omzetten in oertaal Kwando. Samhain - SA AM HA IN>, met de betekenis; 'ik zie-geworteld-stromen-intens', ofwel de zondvloed is geworteld in de viering van Samhain en kenmerkt de stromen van de vloed, de intense stromen van de vloed, want reken maar dat dat natuurgeweld diepe indruk maakte op de mensen. NI A H(A) MA AS<, met de betekenis; 'turbulent-waterstromen-maat-centrum', ofwel de 'mate' van de turbulente waterstromen stonden centraal in de gebeurtenis die de geschiedenis is ingegaan als de 'zondvloed'.
Saun - SA UN>, met de betekenis; 'ik zie-eenheid', ofwel Saun als naam voor de maand november is de herinnering aan het einde van de vloed en de rust die is weergekeerd. NU AS<, met de betekenis; 'permanent-middelpunt', ofwel Saun is tevens voor altijd het einde van de vloed, van de onrust en dat staat centraal in de beleving van de mensen en God liet Noach weten dat er nooit meer een dergelijke vloed zou plaatsvinden en zijn teken van overeenkomst was de regenboog in het uitspansel.
Als je der van uit gaat dat de gehele planeet vóór de zondvloed verpakt was in een zeer dicht wolkendek om; A - het licht van de Zon tegen te houden, B - om zo veel mogelijk landoppervlak ter beschikking te hebben, het zeeniveau was toen veel lager dan nu, C - het licht van de Zon gelijkelijk verdeeld werd in de atmosfeer zodat ook in de nachttijd de achterzijde van de planeet nog licht ontving... en D - de warmte van de Zon de planeet dankzij de filtering van de atmosfeer en geleidelijke verdeling kon verwarmen zodat er een zone ontstond, een band als het ware om de gehele planeet waar één klimaat heerste. De polen waren veel groter dan nu en de zone ertussen gelegen was subtropisch met een smalle gematigde zone abrupt afgebroken aan de arctische gebieden van de polen. Zodoende wordt de tijd voor de zondvloed dan ook als 'paradijs' gekenmerkt; tussen de twee (para) ijsgebieden gelegen zone is 'para d'ijs' een warme klamme omstandigheid, te vergelijken met een douchecabine of een sauna...
en misschien is het Ierse SAUN wel een herinnering aan juist die tijd... het regende niet en ochtenddauw voorzag de gewassen, planten en bomen van het nodige vocht. Iemand merkte eens op toen ik dit verkondigde dat bomen duizenden liters water nodig hebben en dat zij dat niet uit de dauw kunnen halen... en dat is ook zo, ware het niet dat vóór de vloed de Zon niet onbarmhartig op de bodem kon schijnen vanwege de dichte atmosfeer en onder die dichte deken, zoals opgemerkt een vochtige habitat bestond en de lucht 'bezwangerd' was met waterdamp en bodem doordrenkt.
Het Paradijs
Paradijs - PA RA DI ISH>, met de betekenis; 'passend-stralen-divers-ijs', ofwel Paradijs staat voor 'passend' en oppassend en geschikt en dat slaat op de geconditioneerde omstandigheid van het paradijs. Het werd 'kunstmatig' gecreëerd en in stand gehouden... en dus ook de 'stralen' van de Zon werden buiten gehouden zodat ijs zich kon vormen. H(A) SI ID AR AP/AB<, met de betekenis; 'emoties/stromen-jaseker-identiek-rood-aanbeden', ofwel het feit dat zonlicht niet doordrong hield tevens in dat de Maan, de andere planeten en de sterren niet zichtbaar waren... en ook de ster/planeet van de goden zelf. Dat maakte hen emotioneel, want de stromen zijn identiek aan de rode aanbedene'. Hun eigen wereld. Ze ontwaakten op een duistere wereld, met een minimum aan licht en warmte van hun ster en daarom moesten ze zich beschermen tegen het felle licht en de warmte van de Zon, de andere ster van ons stelsel. Helemaal ingegraven moesten ze tevens het zicht op de Maan, planeten, sterren en zelfs hun eigen wereld ontberen. En tja dat maakte hen emotioneel. Ze waren afgesloten van de hen omringende ruimte en van verbondenheid was daardoor geen sprake.
Halloween is een feestdag die vooral in Ierland, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten van Amerika en Canada wordt gevierd. Op 31 oktober verkleden de kinderen zich en gaan ze langs de huizen om te bedelen voor eten en dat is tegenwoordig snoep natuurlijk, want het heet niet voor niets; 'Trick or treat', omdat het spel bestaat uit de bewoners de stuipen op hun lijf te jagen en tevens door spelerij het snoepgoed te bemachtigen. Bij de huizen staan dan verlichte Pompoenen. Ook wordt er gezongen... en er is een duidelijke overeenkomst met ons Sint Maarten. Dan gaan de kinderen in Nederland, België en delen van Frankrijk (Region Nord neem ik aan) in groepjes langs de deuren en zingen dan; 'Foekepotterieje foekepotterieje geef mien een centje dan goak weer veurbieje'... kennelijk ook schooien om geld en eten, dat tegenwoordig snoepgoed is. Sommigen vinden de 'ver-Amerikanisering' net zoals Valentijnsdag en het Kerstfeest een te commercieëel opgezet feest, terwijl wij onze variant hebben; Sint Maarten, dat half november gevierd wordt.
Vercommercialisatie van een oud feest, zoals ook Klaas/Kerst en Pasen
Wat in Amerika de Pompoen is, zijn bij ons de verlichte lampions die de kinderen meedragen en de Pompoen, u raad het al; staat voor een schedel/doodshoofd en natuurlijk voor het licht dat heeft gezegevierd, want nà de vloed is het licht doorgebroken. Hoewel niet in directe relatie staande met de zondvloed is de kerstviering ook de viering van het licht. Stel je onze planeet voor, met door het midden een denkbare aard-as... en ga vanaf de evenaar naar boven naar de aard-as en zie je hebt een soort puntmuts. Vergeet de onderste helft van de planeet en maak van de aard-as dan een stam en heb je hebt een Kerstboom... en helemaal bovenin als top de kerstster. Dat is dan de poolster, want die staat in het verlengde van de aard-as. Kerst is ook de viering van het licht en de denkbare boom met zijn ster in top staat voor de tuimelende beweging sinds de zondvloed omdat we sinds de vloed op de kop hangen en ook nog eens scheef, waardoor zomer in winter een feit zijn. Verschillende organisaties en kerkgenootschappen hebben kritiek op Halloween vanwege het 'heidense' karakter ervan! (mede vanwege het oproepen van geesten...), de horror-outfits en het karakter van spiritisme.
De naam Halloween is afgeleid van 'Hallow-e'en', ofwel All Hallows Eve (Allerheiligenavond). op 31 oktober vieren ze dus oudejaarsavond en op 1 november nieuwjaarsdag! De oogst werd binnengehaald en het zaaigoed voor het komende jaar lag klaar en dus was er tijd voor een vrije dag. Uiteraard zit eind oktober en begin november het werk op de akkers er op en treft men voorbereidingen voorde komende winter. Vandaar dat november ook de slachtmaand is. Het Varken werd geslacht, het vlees ingezouten, worsten gedroogd en dat was een welkome voorraad voor de lange wintermaanden en bovendien hoefde men een Varken minder op stal te houden en te voeden. Dat 'varkentje' vinden we ook terug in de Sinterklaasviering als het marsepeinen snoepgoed, alsook stukken marsepeinen worst... en het varken is natuurlijk ook het 'spreekwoordelijke' spaarvarken; op stal en in het hok en boven op de plank als 'spaarpot' voor de kinderen. Veel van de betekenis van oude gebruiken is in onze tijd al bijna verloren gegaan. Kinderen van nu hebben geen idee wat de achtergrond is.
In feite lopen tal van heidense feesten door elkaar en staan ze dicht bij elkaar op de kalender; Allerzielen, Halloween, Allerheiligen, Samhain en Sint Maarten als vieringen van het licht en de doden, Sinterklaas herinnert ook aan de schepping en voedselrantsoenen, Kerst is ook de viering van het licht en zelfs de geboorte van de tweede ster; Jezus, Oud & Nieuw spreken voor zich en Driekoningen heeft ook met de geboorte van de ster te maken en dan ben ik waarschijnlijk een paar vergeten, die wel door de antroposofen worden gevierd. De Kelten geloofden dat tijdens Samhain de geesten van alle gestorvenen terug kwamen om te proberen een levend lichaam in bezit te nemen voor het komende jaar! In de herfst keerde men naar binnen. Buiten werden de laatste Wilgen gesnoeid, het laatste hakhout voor de winter klaargemaakt en binnen vlocht men manden, maakte men bezems en maakte men het zich behaaglijk. Voorraden Walnoten, Kastanjes en Hazelnoten, Appels op de vliering en bessen tot jam gemaakt, appelmoes en peertjes in potten en vlees in de Wimme bij het fornuis zorgde dat je de winter doorkwam. Met meel in zakken, een Koe op stal en kippen op het erf en aardappels in de kuil en zuurkool in het vat.
Halloween - HA AL LU WE EN>, met de betekenis; 'stromen-alles-ondergeschikt-welzijn-Heer', ofwel Halloween staat voor de stromen van de zondvloed die alles ondergeschikt maakte, vooral het welzijn van de mensen en de veroorzaker was de 'Heer de Hemelen', de grote machtige ster. En ja na zo veel natuurgeweld mag je zeker wenen. 'Hee hallo! ik heb wel de vloed meegemaakt hè, dus ik heb het recht te wenen... ik ben tenslotte alles kwijt'! Halloween bestaat beslist ook uit weeën, uit pijn en verdriet om alle dierbaren die zijn omgekomen en hallo kan ook slaan op de 'halo' die de tweede ster omhult en wat te denken van de 'halo', ofwel onze eigen dampkring die geheel verdween tijdens de omwenteling van de planeet, met de vloed als gevolg. Der zit vast en zeker meer verborgen in woorden als we gaan zoeken. NE E WU LA A H(A)<, met de betekenis; 'nevel-lichaam-wulps-aanleggen-water-stromen/emoties', ofwel de vloed veroorzaakt door het 'nevellichaam', ofwel de tweede ster (in de astroïdengordel) maakt als komeet veel nevel aan... en veroorzaakte wulpse wateren.
Zijn komst veroorzaakte de vloed en de kolkende woeste waterstromen die groeiden en groeiden en die de mens met emotie vervulde. Die zag zijn huis wegspoelen, zijn dierbaren meegevoerd worden. De zonvloed was een gebeurtenis van enorme omvang. Het veranderde het aangezicht van de planeet; je kon je oude atlassen wel wegdoen, je had der niks meer aan... Mensen, dieren en goden trachten er het beste van te maken. Helaas werd nagenoeg alles weggevaagd en toen na 371 dagen Noach het luik van de ark definitief opende scheen de Zon en brak een nieuwe tijd aan; onze tijd! Want de zondvloed was zeer waarschijnlijk een straf voor de Anunnaki en niet voor de mens. De mens was eindelijk vrij en zag voor het eerst de Zon, de Maan, de andere planeten en de sterren en kon nog net een glimp opvangen van de vertrekkende tweede ster, die met de staart tussen de benen wegsloop als een 'dief in de nacht'... en zo zal hij binnenkort ook verschijnen! 'Als een dief in de nacht'.
De zondvloed als verhaal is te vinden in de bijbel in het eerste boek Genesis en oudere versies moeten we zoeken in Sumer, alwaar het Soemerische Gilgamesh-epos verhaalt over de vloed (kleitablet 11 van het Gilgamesh-epos), met name in het zondvloedverhaal van Oetnapisjtim. Ook bestaat er een nog oudere versie; dat van Atrahasis - het Atrahasis-epos en de beide heren; Oetnapisjtim en Atrahasis zijn de zelfde als de bijbelse Noach. Ook de Massaï (Oost-Afrika) kennen het zondvloedverhaal en vertellen van Tumbasnot, een rechtvaardig man, die met zijn vrouw Naipande en de hun drie zonen Oshomo, Bartimaro en Barmao de vloed overleefden... en in India is ook het zondvloedverhaal bekend (zoals overigens overal op de wereld!), het staat in een appendix van de Veda's (in het Shatapatha Brahmana om precies te zijn...), alwaar Manu de rol speelt van Noach. Veel Eskimostammen vertellen hetzelfde verhaal als dat we kunnen lezen in Genesis en in de Altaïsche cultuur in Centraal-Azië spreekt men over Tengys (de zee) die ooit over de aarde was. Narna en zijn zonen Sozun-uul, Sar-uul en Balyks bouwden en ark in opdracht van Ulgen... en de Lakota in America geloofden dat de mensheid de bloed overleefde doordat een vrouw door een Adelaar op een hoge berg werd gebracht en zij vervolgens een tweeling baarde waar de Lakota's van zouden afstammen.
De bouw van de Ark
God gaf Noach en zijn zonen de opdracht een ark te bouwen. In Genesis lezen we dat.
6 : 14 - Maak u een ark van goferhout, met kameren zult gij deze ark maken; en gij zult die bepekken van binnen en van buiten van pek.
6 : 15 - En aldus is het, dat gij haar maken zult; driehonderd ellen zij de lengte van de ark, vijftig ellen haar breedte, en dertig ellen haar hoogte.
Het formaat is dan; 300 x 50 x 30 ellen (= 150 x 25 x 15 meter) en dat formaat schijnt een ideale verhouding te zijn voor een schip van dergelijke afmetingen, zodat het vrijwel niet kan kapseizen... en deze maat/verhoudingen worden tegenwoordig toegepast in de scheepsbouw als het om grotere schepen gaat. In feite is de ark een dichte lange doos en dankzij de met pek dichtgesmeerde naden tussen de planken - eigenlijk een soort onderzeeër. In het boek 'De Twaalfde Planeet' schrijft Zecharia Sitchin; 'Zelfs kinderen werden aangetrokken om bitumen te verzamelen voor het dichten van de naden' (pagina 272)... 'En Oetnapisjtim sloot het gehele schip af en gaf het bouwsel en zijn gehele inhoud in handen van Poezoer-Amoerri, de bootsman' (pagina 273)... en ook 'Laat de boot', zei Enki, 'een MA GOER GOER zijn - een boot die kan omkeren en wentelen'. Voorwaar alleen zo'n boot kon een overstelpende watervloed overleefd hebben (pagina 284).
Een MA GOER GOER (ook - MA GUR GUR) is een 'gestroomlijnde boot', want het Soemerische MA GUR betekent; 'gestroomlijnd' en kennen wij als 'mager' en dat heeft bij ons een negatieve associatie gekregen. Een scheepsromp die MA GUR is, is glad, gestroomlijnd en kent geen uitsteeksels die de snelheid beïnvloeden noch de besturing en navigatie. Dus een MA GUR GUR is een schip met een zeer gestroomlijnde romp. Geheel dichtgekit en zodoende bestand tegen de zwaar deinende zee... In Sumer kende men ook een echte onderzeeër, met de naam SHU LI LI. Dat is een boot die zich kan verheffen en positie kan kiezen (SHU LI LI = verheven-liggen-liggen en andersom IL IL U H(A) SE = waarnemen- waarnemen-diepe bron-stromen/seker). Enki gaf Noach opdracht een onderwaterboot te bouwen, een duikboot. Een Akkadische tekst haalt aan dat Enki een boot aanraadde 'met een dak boven en beneden', hermetisch gesloten met 'taaie pek'... en ze moest gelijken op een Apsoe-boot; een 'soelili' (pagina 283). Soelili is in het Hebreeuws 'soleleth', met de betekenis van 'onderzeeër'.
7 : 11 - In het zeshonderdste jaar des levens van Noach, in de tweede maand, op den zeventienden dag der maand, op dezen zelfden dag zijn alle fonteinen des groten afgronds opengebroken, en de sluizen des hemels geopend.
7 : 12 - En een plasregen was op de aarde veertig dagen en veertig nachten. 7 : 13 - Even op diezelfden dag ging Noach, en Sem, en Cham, en Jafeth, Noachs zonen, desgelijks Noachs huisvrouw, en de drie vrouwen zijner zonen met hem in de ark;
7 : 14 - Zij, en al het gedierte naar zijn aard, en al het vee naar zijn aard, en al het kruipende gedierte, dat op de aarde kruipt, naar zijn aard, en al het gevogelte naar zijn aard, alle vogeltjes van allerlei vleugel.
7 : 15 - En van alle vlees, waarin een geest des levens was, kamen er twee en twee tot Noach in de ark.
7 : 16 - En die er kwamen, die kwamen mannetje en wijfje, van alle vlees, gelijk als God bevolen had. En de HEERE sloot achter hen toe.
7 : 17 - En die vloed was veertig dagen op de aarde, en de wateren vermeerderden, en hieven de ark op, zodat zij oprees boven de aarde.
7 : 18 - En de wateren namen de overhand, en vermeerderden zeer op de aarde; en de ark ging op de wateren.
7 : 19 - En de wateren namen gans zeer de overhand op de aarde, zodat alle hoge bergen, die onder den gansen hemel zijn, bedekt werden.
En hier schuiven we een stukje op in het verhaal...
7 : 24 - En de wateren hadden de overhand boven de aarde, honderd en vijftig dagen.
En nog maar een stukje...
8 : 1 - En God gedacht aan Noach, en aan al het gedierte, en aan al het vee, dat met hem in de ark was; en God deed een wind over de aarde doorgaan, en de wateren werden stil.
De situatie was nu al anders dan vóór de vloed, want God (de tweede ster dus...) deed een wind over de aarde doorgaan. Dat was eerder niet het geval. Onder de dichte atmosfeer heerste een sereen weersysteem, kunstmatig in stand gehouden en uiterst fijngevoelig. Het regende niet, er woei geen wind en alleen 's avonds kon men genieten van verkoeling, want God wandelde graag in de 'avondkoelte'... maar nu na de vloed en het neer regenen van de gehele atmosfeer, was er wind! De wolken waren leeg de regen was op en zodoende werd het rustig.
8 : 3 - Daartoe keerden de wateren weder van boven de aarde, heen en weer vloeiende, en de wateren namen af ten einde van honderd en vijftig dagen.
8 : 4 - En de ark rustte in de zevende maand, op den zeventienden dag der maand, op de bergen van Ararat.
In het algemeen wordt het zondvloed-verhaal in Genesis afgedaan als een fabeltje. Geen serieuze wetenschapper zal er zijn vingers aan branden. Als men al spreekt over een zondvloed, haalt men altijd 'plaatselijke' overstromingen aan die het Midden-Oosten en specifiek Mesopotamië teisterden, alwaar de rivieren de Eufraat en de Tigris buiten hun oevers traden. In India zou 3100 jaren vóór de jaartelling een grote vloed zijn geweest en 2500 jaren voor de jaartelling ook een in Mesopotamië en dat is het. Die regionale vloeden zijn natuurlijk niet te vergelijken met de wereldomvattende vloed waarover in Genesis wordt gerept. Noach en zijn familie (en anderen - waarschijnlijk de timmerlieden en hun gezinnen...) verbleven dus 150 dagen op de kolkende golven van de wateren. Daarna rustte het schip op de rotsachtige bodem van het Ararat-gebergte. Ze bleven nog meer dan 200 dagen aan boord (371 dagen totaal aan boord, 150 dagen op zee en dus nog 221 dagen op de Ararat - uitgaande van een jaar van 360 dagen vóór de zondvloed en 30 dagen per maand... en 365,25 dagen nà de vloed, waarin januari dan 31 dagen heeft en februari 28).
8 : 12 - Toen vertoefde hij nog zeven andere dagen; en hij liet een duif uit; maar zij keerde niet meer wederom tot hem.
8 : 13 - En het geschiedde in het zeshonderd en eerste jaar, in de eerste maand, op den eersten dezelfder maand, dat de wateren droogden van boven de aarde: toen deed Noach het deksel der ark af, en zag toe, en ziet, de aardbodem was gedroogd.
8 : 14 - En in de tweede maand, op den zeven en twintigste dag der maand, was de aarde opgedroogd.
Noach - NU AG>, met de betekenis; 'permanent-agiteren', ofwel Noach verbleef 150 dagen in de ark op zee, op de kolkende wateren, op de sterk 'bewegende' wateren (agitatie). Omgekeerd is het dan GA UN<, met de betekenis; 'garant-eenheid', ofwel de bemanning vormde een eenheid, een groep overlevers en waren in harmonie met elkaar, de dieren en de situatie, want ook de rust was weergekeerd. Noach in oertaal is een naam die slaat op wat hij meemaakte; dat hij permanent in de agitatie was, in beweging op de woeste golven van de watermassa en dat hij nadien gegarandeerd een eenheid vormde met zijn familie. Ark - AR KE>, met de betekenis; 'rood-keren', ofwel de arke werd door de komst van de 'rode' ster gekeerd... omgeworpen en gewenteld op de woeste golven. AR staat ook voor 'inspannen' en inspanning en de strijd van de arke op de wateren kunnen we ook als zodanig zien; worstelen en keren (Luctor et Emergo = 'Ik worstel en kom boven'... en dat deed de arke gelukkig ook!). EK RA<, met de betekenis; 'eerstkomend-stralen', ofwel nà de vloed ruste zij op de Ararat en werd zij beschenen door de Zon.
8 : 22 - Voortaan al de dagen der aarde zullen zaaiing en oogst, en koude en hitte, en zomer en winter, en dag en nacht, niet ophouden.
In het boek; 'De Zondvloed' van de Amerikaanse onderzoeker en schrijver A. M. Rehwinkel (Uitgeverij Buijten & Schipperheijn, Amsterdam 1988, achtste druk. Oorspronkelijke titel: 'The Flood'- 1951) staan meer voorbeelden van overleveringsverhalen van volken op de wereld, aangaande het bijbelse zondvloedverhaal. Ook vinden we in dit boek een opsomming van volken die 'nieuwjaarsdag' nà de vloed vierden... en al die feesten' of vieringen vallen binnen de periode eind oktober en half november. Op 31 oktober, 1 en 2 november en op 11 november (Nederlanden - Sint Maarten) en op 17 november (de Hindoes - dodenfeest Durga) en in het oude-Egypte (dodendag op Athur - ook op 17 november). En hier laat ik het maar bij. Er valt nog veel meer te vertellen in de kantlijn en er zijn meer paralellen te trekken, maar dan verzand ik in details van de feesten. In grote lijnen kun je stellen dat Allerheiligen, Allerzielen, Samhain, Halloween en Sint Maarten refereren aan de zondvloed en het verlies van al het leven op deze planeet... de drastische veranderingen en de nieuwe tijd en de 'awakening' van de mensheid. Het proces van wakker worden dat door de Anunnaki niet meer kan worden gestopt, mede omdat de kookwekker afloopt momenteel en iedereen 'wakker wordt'. Afgelopen jaar werd voor het eerst aandacht besteedt aan Allerzielen (KRO) en ook de dood eerder van prins Friso werd op zaterdag 1 november in de Oude Kerk van Delft nogmaals herdacht.
7 : 11 - In het zeshonderdste jaar des levens van Noach, in de tweede maand, op den zeventienden dag der maand, op dezen zelfden dag zijn alle fonteinen des groten afgronds opengebroken, en de sluizen des hemels geopend.
7 : 12 - En een plasregen was op de aarde veertig dagen en veertig nachten. 7 : 13 - Even op diezelfden dag ging Noach, en Sem, en Cham, en Jafeth, Noachs zonen, desgelijks Noachs huisvrouw, en de drie vrouwen zijner zonen met hem in de ark;
7 : 14 - Zij, en al het gedierte naar zijn aard, en al het vee naar zijn aard, en al het kruipende gedierte, dat op de aarde kruipt, naar zijn aard, en al het gevogelte naar zijn aard, alle vogeltjes van allerlei vleugel.
7 : 15 - En van alle vlees, waarin een geest des levens was, kamen er twee en twee tot Noach in de ark.
7 : 16 - En die er kwamen, die kwamen mannetje en wijfje, van alle vlees, gelijk als God bevolen had. En de HEERE sloot achter hen toe.
7 : 17 - En die vloed was veertig dagen op de aarde, en de wateren vermeerderden, en hieven de ark op, zodat zij oprees boven de aarde.
7 : 18 - En de wateren namen de overhand, en vermeerderden zeer op de aarde; en de ark ging op de wateren.
7 : 19 - En de wateren namen gans zeer de overhand op de aarde, zodat alle hoge bergen, die onder den gansen hemel zijn, bedekt werden.
En hier schuiven we een stukje op in het verhaal...
7 : 24 - En de wateren hadden de overhand boven de aarde, honderd en vijftig dagen.
En nog maar een stukje...
8 : 1 - En God gedacht aan Noach, en aan al het gedierte, en aan al het vee, dat met hem in de ark was; en God deed een wind over de aarde doorgaan, en de wateren werden stil.
De situatie was nu al anders dan vóór de vloed, want God (de tweede ster dus...) deed een wind over de aarde doorgaan. Dat was eerder niet het geval. Onder de dichte atmosfeer heerste een sereen weersysteem, kunstmatig in stand gehouden en uiterst fijngevoelig. Het regende niet, er woei geen wind en alleen 's avonds kon men genieten van verkoeling, want God wandelde graag in de 'avondkoelte'... maar nu na de vloed en het neer regenen van de gehele atmosfeer, was er wind! De wolken waren leeg de regen was op en zodoende werd het rustig.
8 : 3 - Daartoe keerden de wateren weder van boven de aarde, heen en weer vloeiende, en de wateren namen af ten einde van honderd en vijftig dagen.
8 : 4 - En de ark rustte in de zevende maand, op den zeventienden dag der maand, op de bergen van Ararat.
In het algemeen wordt het zondvloed-verhaal in Genesis afgedaan als een fabeltje. Geen serieuze wetenschapper zal er zijn vingers aan branden. Als men al spreekt over een zondvloed, haalt men altijd 'plaatselijke' overstromingen aan die het Midden-Oosten en specifiek Mesopotamië teisterden, alwaar de rivieren de Eufraat en de Tigris buiten hun oevers traden. In India zou 3100 jaren vóór de jaartelling een grote vloed zijn geweest en 2500 jaren voor de jaartelling ook een in Mesopotamië en dat is het. Die regionale vloeden zijn natuurlijk niet te vergelijken met de wereldomvattende vloed waarover in Genesis wordt gerept. Noach en zijn familie (en anderen - waarschijnlijk de timmerlieden en hun gezinnen...) verbleven dus 150 dagen op de kolkende golven van de wateren. Daarna rustte het schip op de rotsachtige bodem van het Ararat-gebergte. Ze bleven nog meer dan 200 dagen aan boord (371 dagen totaal aan boord, 150 dagen op zee en dus nog 221 dagen op de Ararat - uitgaande van een jaar van 360 dagen vóór de zondvloed en 30 dagen per maand... en 365,25 dagen nà de vloed, waarin januari dan 31 dagen heeft en februari 28).
8 : 12 - Toen vertoefde hij nog zeven andere dagen; en hij liet een duif uit; maar zij keerde niet meer wederom tot hem.
8 : 13 - En het geschiedde in het zeshonderd en eerste jaar, in de eerste maand, op den eersten dezelfder maand, dat de wateren droogden van boven de aarde: toen deed Noach het deksel der ark af, en zag toe, en ziet, de aardbodem was gedroogd.
8 : 14 - En in de tweede maand, op den zeven en twintigste dag der maand, was de aarde opgedroogd.
Noach - NU AG>, met de betekenis; 'permanent-agiteren', ofwel Noach verbleef 150 dagen in de ark op zee, op de kolkende wateren, op de sterk 'bewegende' wateren (agitatie). Omgekeerd is het dan GA UN<, met de betekenis; 'garant-eenheid', ofwel de bemanning vormde een eenheid, een groep overlevers en waren in harmonie met elkaar, de dieren en de situatie, want ook de rust was weergekeerd. Noach in oertaal is een naam die slaat op wat hij meemaakte; dat hij permanent in de agitatie was, in beweging op de woeste golven van de watermassa en dat hij nadien gegarandeerd een eenheid vormde met zijn familie. Ark - AR KE>, met de betekenis; 'rood-keren', ofwel de arke werd door de komst van de 'rode' ster gekeerd... omgeworpen en gewenteld op de woeste golven. AR staat ook voor 'inspannen' en inspanning en de strijd van de arke op de wateren kunnen we ook als zodanig zien; worstelen en keren (Luctor et Emergo = 'Ik worstel en kom boven'... en dat deed de arke gelukkig ook!). EK RA<, met de betekenis; 'eerstkomend-stralen', ofwel nà de vloed ruste zij op de Ararat en werd zij beschenen door de Zon.
8 : 22 - Voortaan al de dagen der aarde zullen zaaiing en oogst, en koude en hitte, en zomer en winter, en dag en nacht, niet ophouden.
In het boek; 'De Zondvloed' van de Amerikaanse onderzoeker en schrijver A. M. Rehwinkel (Uitgeverij Buijten & Schipperheijn, Amsterdam 1988, achtste druk. Oorspronkelijke titel: 'The Flood'- 1951) staan meer voorbeelden van overleveringsverhalen van volken op de wereld, aangaande het bijbelse zondvloedverhaal. Ook vinden we in dit boek een opsomming van volken die 'nieuwjaarsdag' nà de vloed vierden... en al die feesten' of vieringen vallen binnen de periode eind oktober en half november. Op 31 oktober, 1 en 2 november en op 11 november (Nederlanden - Sint Maarten) en op 17 november (de Hindoes - dodenfeest Durga) en in het oude-Egypte (dodendag op Athur - ook op 17 november). En hier laat ik het maar bij. Er valt nog veel meer te vertellen in de kantlijn en er zijn meer paralellen te trekken, maar dan verzand ik in details van de feesten. In grote lijnen kun je stellen dat Allerheiligen, Allerzielen, Samhain, Halloween en Sint Maarten refereren aan de zondvloed en het verlies van al het leven op deze planeet... de drastische veranderingen en de nieuwe tijd en de 'awakening' van de mensheid. Het proces van wakker worden dat door de Anunnaki niet meer kan worden gestopt, mede omdat de kookwekker afloopt momenteel en iedereen 'wakker wordt'. Afgelopen jaar werd voor het eerst aandacht besteedt aan Allerzielen (KRO) en ook de dood eerder van prins Friso werd op zaterdag 1 november in de Oude Kerk van Delft nogmaals herdacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten