zondag 23 februari 2014

ANNUNAKI ONZE GODEN deel 19 - Adam, de eerste mens, was zwart

Enki schepper en vader van de 'mense'... 

Zoals ik gaandeweg heb ontdekt zijn de meeste namen van de Anunnaki, zoals Anu, Antu, Enlil, Ninlil, Enki en Ninki en die van hun zonen en verdere nazaten... niet echt hun voornamen, maar eerder titels, functie-omschrijvingen en/of aanspreektitels. Dat gaat ook op voor de meeste namen in de bijbel, met name in het Oude Testament. Bovendien komt het nog wel eens voor dat 'mensen' hun namen veranderen op voorspraak van God zelf. Zo mocht aartsvader Abram zich later (toen hij een wijs man was geworden...) AbraHam noemen. In het Hebreeuwse alfabet schijnt de H (He) raam of venster te bekenen (zeg maar 'windows' van vriendje Bill Gates...) en AbraHam kreeg de He extra in zijn naam omdat hij 'wijs' was geworden en door zijn venster dieper kon schouwen, kon doorzien en doorgronden. Niet voor niets vieren velen hun 50-jarige geboortedag en dat 'hij nu weet waar AbraHam de mosterd haalt'... 

Dat leg ik later nog wel eens uit, maar kennelijk wordt enige wijsheid pas verkregen nà je 50e geboortedag. Ook zijn halfzuster Saraï moest zich later Sara noemen. Bij haar verdween de i uit haar naam... en ook vrijwel alle andere figuren uit de bijbel; Noach, Mozes en natuurlijk Adam en Eva heten zo omdat de naam iets vertelt over henzelf, de situatie waarin zij zich bevonden, hun rol in de geschiedenis en zovoorts. In deze aflevering wil ik verder in gaan op de invloed van vriend EN KI>, de jongere broer van EN LIL>, die kennelijk de baas is op deze planeet, althans van de exploitatie- en winning van grondstoffen. De Anunnaki/Nephilim waren kennelijk genoodzaakt een 'subras' te scheppen omdat de omstandigheden en het werk te zwaar was waaronder hun arbeiders moesten werken. Een oud Soemerisch klaaglied vertelt over de 'lagere anoennaki' die gaan staken en hun bijltje er bij neergooien...
De opstand van de mijnwerkers 

Het heet; 'De opstand van de pikhouweel', ofwel van de mijnwerker... en daarin staat hoe zwaar hun werk was diep beneden in de mijnen. Deze stakingen werden aangewakkert door EN KI> zelf en volgens mij deed hij dat expers opdat hij de gelegenheid kreeg een subras te kweken. Op pagina 234 van Zecharia Sitchin's boek; 'De Twaalfde Planeet'... (Nederlandse versie...) lees ik hoe Ishtar op haar tocht naar de 'lagere' wereld (de mijnen...) zwoegende Anunnaki aantreft die voedsel aten vermengd met klei en water dronken vermengd met stof... Op rolzegels is te zien hoe de goden in mijn-openingen staan, anderen kruipen op handen en knieën... ze werkten in het duister en kregen stof als voedsel, en waren gedoemd nooit naar hun thuisland terug te keren. Daarom kreeg het de Soemerische bijnaam voor het land; KUR NU GI A> (Koer.Noe.Gi.A), ofwel; 'het land, vanwaar geen terug mogelijk is'.

Dat wil zeggen dat de 'arbeiders', ofwel de 'lagere anoennaki' heel hun leven in de mijnen werkten... zoals ook de zwartelfen deden. De Anunnaki hebben de beschikking over drie elfensoorten, twee van hen zijn zwart en een soort in wit. Daarover later meer als ik ga vertellen over Sinterklaas en zijn zwarte Pieten en over de Kerstman en zijn Elfen. Tegen de achtergrond van zwoegende arbeiders, onder slechte omstandigheden werkend, is het epos 'De opstand van de pikhouweel' beter te begrijpen, schrijft Sitchin en de 'goden, evenals de mensen, het werk deden'. Het gaat over hun komst naar deze planeet en de exploitatie van de bodem en het zware werk dat uiteindelijk leidde tot muiterij en stakingen... Het verhaal begint in de tijd toen er enkel 'goden' op de planeet woonden.

'Toen de goden, (evenals de mensen)
het werk verrichten
werkten de goden heel hard,
het werk was zwaar,
de ellende groot'. 


Dus voordat de mens geschapen werd, werkten de goden, zoals later de mensen ook zouden doen; hard en was het werk zwaar en de ellende groot. Hun voornaamste taak was graafwerk en ook het zwaarste en meest verafschuwde. De lagere Anoennaki groeven rivierbeddingen uit om ze levensvatbaar te maken; ze groeven kanalen voor irrigatie en ze groeven in de Apsoe (onderwereld?!) om de mineralen uit de bodem omhoog te brengen. Hoewel ze ongetwijfeld enkele verfijnde werktuigen hadden, was het werk toch te inspannend. Lange tijd verdroegen de Anoennaki het, voor 40 perioden (= 40 jaren of Shars x 3.600 jaren = 144.000 jaren...) en toen was de maat vol. Opmerkelijk is dat de periode 40 Shars duurt en dat EN KI> zijn getal ook 40 is... en het niet toevallig is dat dan de oproet begint... zeker in acht nemend dat Enki de aanstichter is van de muiterij en de stakingen.

'De goden staken hun werktuigen in brand,
ze zetten hun beilen in brand,
ze trokken naar de poort van de held Enlil.
Het was nacht toen ze zijn huis omsingelden,
maar de god Enlil wist het niet'. 


EN LIL> wilde de staking neerslaan, maar dat werd hem afgeraden door zijn kanselier Niskoe. Die riepop tot een vergadering der goden. Anoe en Enki daalden neer vanuit de Hemel en samen bespraken ze de problemen. 'Wie heeft de oproer opgezet'... en de Anoennaki staan als één man.

'Elk van ons heeft de oorlog verklaard!
Wij hebben onze... bij de afgravingen;
de inspannende arbeid is dodelijk voor ons'. 


EN LIL> wilde een ultimatum stellen of de leider terechtstellen of Hij zou zich terugtrekken, maar zijn vader ANU> kiest de kant van de Anoennaki.

'Waarvan beschuldigen wij hen?
Hun werk was zwaar, hun ellende groot!
Hun weeklachten konden wij in de hemel horen'. 


Aangemoedigd door de woorden van zijn vader, opende ook EA> (Enki) zijn mond, en herhaalde Anoe's opsomming maar knoopte daaraan een oplossing vast: 'Laat er een Loeloe, een primitieve werker geschapen worden'. Deze suggestie dat er een 'primitieve werker' geschapen zou worden om de last van het werk der Anoennaki over te nemen werd voetstoots aanvaard. Unaniem besloten zij de 'werker' te scheppen. E wij zullen hem 'mens' noemen, zeiden ze. En zo kreeg EN KI> de opdracht te werken aan de ultieme slaaf voor de goden. Hij en zijn team van medewerkers trokken zich terug in het Bit Shimti, het laborratorium in zuidelijk Afrika. Zij kozen tal van dieren voor bevruchting en kruising en stelden meerdere fokprogramma's op. Ze werkten hard, maar het leverder vooralsnog geen geschikte exemplaren op die in aanmerking kwamen voor de opdracht.

Zij zochten naar een Loeloe (primitief - LU LU>), een Loeloe Ameloe (primitieve werker - LU LU> AM E LU>), een Awiloem (arbeider - A WI LU EM>)... Dat de mens dienaar van de goden werd deed de oude volken helemaal niet vreemd aan. In bijbelse tijden, was de godheid een 'Heer', soeverein, koning, heerser en meester. De term die gewoonlijk werd vertaald als 'eredienst', was feitelijk werk (avod). De oude en bijbelse mens 'vereerde' god niet; hij werkte voor hem. In het 'Epos der Schepping' worden Mardoek de volgende woorden in de mond gelegd:

'Ik zal een nederig primitief scheppen;
'Mens' zal zijn naam zijn.
Hij zal in dienst van de goden staan,
opdat zij het gemakkelijker hebben'. 

De Anunnaki hebben in eerste instantie behoefte aan mijnwerkers. Dus ligt het voor de hand dat zij een mens scheppen dat kan werken in de omstandigheden zoals aanwezig diep in de bodem. Over de schepping, over Adam en Eva en die eerste mensen later meer. Nu met grote sprongen door het verhaal, mijn verhaal. EN KI> staat dus aan het hoofd van een team dat de opdracht heeft een slaaf te maken; een subras te creëeren. Voortkomend van de planeet zelf en aangepast aan de omstandigheden zoals vochtgehalte, luchtdruk, zwaartekracht, zuurstofgehalte en temperaturen, ritme van de planeet en zoedoende zochten zij in de dierenwereld naar geschikte kandidaten. De talloze 'mislukte' producten, schrijft Sitchin, zijn de herinnering en de geschiedenis ingegaan als de 'fabeldieren' uit de oudheid. In elk geval lukt het Enki en de zijnen niet een geschikt schepsel te maken... totdat...

en dat komt later, maar nu dan de eerste mens; Adam. Het prototype voor de 'Adamoe', de soort die we nu kennen als de mens. De naam mens is eigenlijk 'mense', met een verwijzing naar de schepper zelf; naar Enki. Hij zal uiteindelijk de Vader worden, de oervader en biologische vader. Mense in oertaal wordt ME EN SE>, met de betekenis;'melden-Heer-seker', ofwel de mens meldt in zijn DNA dat hij van de Heer is; van de Vader. Wij mensen zijn dus anders dan de 'aardlingen' die hier reeds rondliepen op deze planeet toen de Anunnaki hier voor het eerst landen en vóór het ten tonele verschijnen van de mens op deze planeet. Mense omgekeerd wordt ES NE EM<, met de betekenis; 'het is-zaad/sperma-eminent', ofwel de uiteindelijke keuze Enki's sperma te gebruiken, bleek een meesterzet en zodoende zijn de genetische kwaliteiten van de Anunnaki en Enki terug te vinden in de 'mense'.
Adam, de eerste mens, was zwart 

Die eerste mensen waren donkerbruin tot zwart. Diep onder de grond is het warm, is het heet zelfs en een zwarte menskan beter de hitte uitwasemen dan een lichter gekleurd mens. Daarom was de kolenkachel altijd zwart. De zwarte ijzeren kachel straalde de inwendige warmte daarom beter uit. Waardoor de kamer beter verwarmd werd. Zodoende is een koel/ijskast wit. Wit houdt de warmte beter buiten en de koelte beter binnen. Ik neem zonder meer aan dat een grijze of rode koelkast minder goed zijn werk doet,meer stroom kost etc... dan een witte en een lichte kolenkachel minder warmte uitstraald dan een zwarte doet. Zodoende waren de eerste mensen zwart... en woorden als 'slaaf', 'zwart' en 'lui' en ook 'neger', zijn onlosmakelijk verbonden met elkaar en hebben een zeer negatieve ascosiatie gekregen. Bovendien voeden deze begrippen het idee dat de witte/blanke mens beter is.

En dat is ook zo... althans in de ogen van de Anunnaki, maar daarover later meer. Ik zal uitleggen wat de genoemde en gewraakte woorden betekenen in oertaal. Zwart komt van swart en dat is in oertaal ES WA AR TE>, met de betekenis; 'het is-waken/wachten-inspannen-thema', ofwel de slaaf in kwestie werkt in ploegendiensten. Ze waken (zijn wakker...) en werken en zij wachten (slapen en rusten...). Ze uur op en zes uur af of twaalf uur op en twaalf uur af. Zo vulden zich de dagen van de slaven in de mijnen. Dan het woord 'slaaf' in oertaal Kwando. ES LA VE>, met de betekenis; 'het is-aanleggen-veel', ofwel een slaaf, niet erg gemotiveerd en dom uiteraard (zo geschapen door Enki...), moest je veelvuldig voordoen, uitleggen en vertellen wat hij moest doen! ES LA VE> is dan ook letterlijk; 'het is aanleren veelvuldig'... en Omgekeerd wordt het dan; E VA AL SE<, met de betekenis; 'lichaam-vaak-alles-seker'...

ofwel zijn lichaam is vaak 'alles' of ook voor vele taken inzetbaar. De slaaf kan lopen, kruipen, klimmen, trekken, duwen en zelfs zwemmen en is erg handig met zijn handen. De slaaf kan, als je hem goed africht en klaar maakt voor zijn taken, een zeer nuttig wezen zijn. De slaaf van deAnunnaki is dus zwart en een slaaf, maar hij is ook een 'neger' en 'lui'. Neger in oertaal wordt dan NE GE RE> en ook NE EG ER> en zelfs NE GE ER> en dat betekent; 1 - 'nevel-gehoorgeven-regemaat', ofwel de slaaf moet werken in stof, gruis en nevel in de mijnen (hakken met de pikhouweel, explosies met dynamiet...) en dat met regelmaat. Omgekeerd is het dan ER EG EN<, met de betekenis; 'waardevol-egaliseren-Heer', ofwel zij moeten zichzelf uitvlakken, zichzelf ondergeschikt maken aan de 'waardevolle' ertsen voor de Heer (Enki) en voor de 'Heer de Hemelen', ofwel de tweede ster in de astroïdengordel.

2 - 'nevel-egaliseren-waardevol', ofwel plat gaan, kruipen desnoods om in stof en neven en gruis het waardevolle te mijnen. Omgekeerd is het dan RE GE EN<, met de betekenis; 'regelmaat-gehoorgeven-Heer', ofwel ze moeten met regelmaat (regelmatig dus... de ploegendiensten...) luisteren naar hun opdrachtgevers; de heren goden. Naar hun bazen in de mijnen dus. Omgekeerd is het dan NE EG ER en die hebben we al gehad... 3 - NE GE ER nee! 'nevel-gehoorgeven-waardevol', ofwel in stof en gruis doen wat er gezegd wordt om de waardevolle ertsen te delven. Omgekeerd dan; RE EG EN, met de betekenis; 'regelmaat/regels-egaliseren-Heer', ofwel volgens de regels werken en met regelmaat, zich ondergeschikt maken aan de chef, de baas en de bedrijfsleider en de directeur van de mijn. Rest nog te vertellen dat de zwarte slaaf een luieneger is...

Lui in oertaal Kwando ziet er als volgt uit; LU I>, met de betekenis; 'dienstbaar-essentie', ofwel een slaaf is zo geschapen en gemaakt door Enki en zijn team van wetenschappers, dat hij 'in essentie' dienstbaar is. Aan een slaaf die dat niet is, heb je niks. Ze moeten zich wel gedienstig opstellen. Het liefst met de pet in de hand... Omgekeerd is het dan; I UL<, met de betekenis; 'essentie-buigen/boog', ofwel de slaaf is tevens in essentie gedienstig en buigt voor zijn meesters... dat is mooi natuurlijk maar hier staat buigen niet voor een gebaar, maar ook voor het gebogen werk in de mijngangen. De 'mense' die Enki schiep voor de goden werd een slaaf met de volgende kenmerken; hij was zwart van huidskleur (swart - ES WA AR TE>), hij werkte in de mijnen, in het stof en gruis (neger - NE GE RE>), waar natuurlijk ook ons woord 'negeren' van stamt...

en dat is iets ontlopen, ontkennen en een soort van 'Oostindisch doof' zeg maar... Verder was de 'mense' een slaaf (ES LA VE>) en ook nog eens lui (LU I>). Al deze begrippen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en hebben tegenwoordig een negatieve bijsmaak. Duidelijk is ook dat de blanke of witte mens, die later, nà de zondvloed speciale taken krijgt, een collectieve herinnering heeft aan het gegeven dat er ooit alleen maar zwarte mensen waren, die in dienst stonden van de goden... en later door de blanke/witte mens werd aangevoerd. Zodoende bleven de zwarten bij uitstek de ideale slaaf, bijna een dier gelijk en zonder pardon in te zetten, te verhandelen en te tuchten, zonder dat er een Haan naar kraaide. Daarover en meer de volgende keer. Aannemelijk is dat Enki zijn product steeds bleef verbeteren en er ook mensen verschenen met een lichtere huidskleur... geschikt voor andere taken. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten