maandag 3 maart 2014

ANUNNAKI ONZE GODEN deel 20 - Even naar de 'Hof van Eden'... (1.0)

Adam, de eerste mens, was zwart en Eva ook! ... 

en dat is logisch natuurlijk! Maar zo snel gaat het verhaal echter niet. In de aanloop de ultieme slaaf te scheppen trachten Enki en zijn team van medewerkers in het Bit Shimti (laboratorium in zuidelijk Afrika...) te streven naar een schepsel dat gehoorzamen kan, opdrachten kan uitvoeren, weinig eten en drinken nodig heeft, onder barre omstandigheden kan leven en sterk en gezond is en niet moppert of klaagt. Talloze pogingen worden gedaan en allen mislukken, althans in die zin; dat ze vooralsnog geen geschikte kandidaten opleveren. Ze kruisen diersoorten, ze insemineren, enten en kweken dat het een lieve lust is... en uiteindelijk besluit Enki zijn eigen sperma in te brengen in de wijfjes van primaten/apen of zelfs Homo Erectus. 

Hoewel ik dat niet voor realistisch acht, omdat dat ethisch en moreel een stap te ver zou zijn... voor een ontwikkeld en bewust ras. Uit een oude BRIEF aan mijn lezers (van 21-10-2005) het onderstaande. Ik bezocht weer eens een avond van Ex Oriënte Lux; het Voor-Aziatisch en Egyptisch Genootschap en ditmaal was professor van der Kooij de gastspreker. Hij vertelde over 'HET PARADIJSVERHAAL IN GENESIS', tegen de achtergrond van literatuur uit Mesopotamië. 

In Genesis 1 tot en met 11 wordt de schepping uit de doeken gedaan. Vanaf vers 12 vangt het verhaal van de mensheid aan, te beginnen bij Abraham, aldus van der Kooij. De mens (Adam) is geschapen om de aarde (Adamah) te bewerken. Hij vertelde er niet bij waarom de mens de aarde moest bewerken. Waarschijnlijk omdat GOD zelf te lui was, maar hij vertelde wel dat de mens de aarde moest bewerken, waar hij nota bene zelf uit voortkwam en ook weer terug zou keren... 

Genesis 3:19
'In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aarde wederkeert, dewijl gij daaruit genomen zijt; want gij zijt stof, en gij zult tot stof wederkeren'. 

Van der Kooij ziet GOD als een almacht die door Engelen wordt bijgestaan... Daarmee wordt ook het 'ons' in de bijbel bedoeld. 

Genesis 1:26
'En God zeide: Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en dat zij de heerschappij hebben over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over het vee, en over de gehele aarde, en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt'. 


Volgens van er Kooij is er maar één GOD en slaat 'ons' dus op God en zijn Engelen. Samen dragen zij zorg voor de schepping en staan zij boven de mens. Opvallend is dat deze professor doctor eigenlijk geen idee heeft waarover hij spreekt en derhalve ook geen verhelderende antwoorden kon geven op de vragen die betrekking hadden op dat 'ons' en op waarom de mens geschapen werd. Toen van der Kooij zijn publiek vroeg waarom de mens geschapen werd, 'antwoordde ik; 'Omdat hij slaven nodig had'... De voorzitter, de heer Kim, keek mij vermanend aan, hoewel hij zelf ook geïnteresseerd is in het verhaal van Zecharia Sitchin. 

Adam, de eerste mens was man en vrouw tegelijk... Een androgyn of hermaphrodiet wezen zou je kunnen zeggen. Kenmerken hebbende van de beide geslachten of juist helemaal niet. De mens was in elk geval niet in staat zichzelf voort te planten. Volgens de oude Soemerische teksten werden veertien 'broedgodinnen', Anunnakivrouwen dus, bevrucht en broedden zeven van hen zeven jongens en zeven van hen zeven meisjes uit. Een andere manier tot 'scheppen' was nog niet mogelijk. Enki en zijn team konden vooralsnog alleen Anunnakivrouwen bevruchten, die na een draagtijd van negen maanden de 'mensenkinderen' baarden. Daarom schiep GOD later een nieuwe mens die zichzelf wel kon voortplanten... 

Genesis 1:27
'En God schiep den mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij ze'. 


De Hof van Eden... euh E.DIN. 

God plaatste de mens in de paradijshof in Eden. In de tekst die van der Kooij uitdeelde (hand-out...) lezen we; En God, de Heer, plantte in het oosten in Eden een tuin en plaatste daarin de mens die hij had gemaakt. Ah! nu wordt duidelijk waarom GOD de mens schiep. Hij wilde een tuin in het oosten hebben, in Eden en daarin zou de mens de aarde/bodem moeten bewerken. Dus toch slavenwerk! Eden was volgens hem een land dat oostelijk lag van de rivieren de Eufraat en de Tigris. Eden was gewoon een land, waar het paradijselijk mooi was. Volgens Sitchin is Eden E.DIN en dat zou een raketbasis zijn... Een plek waar de goden naar de Hemel konden reizen en weerkeren op onze planeet. 

Als ik kijk naar het Gilgamesh-Epos, naar de omzwervingen van de held Gilgamesh en zijn vriend Enkidu, dan zie ik dat de beide mannen een gebied willen betreden dat afgeschermd of beveiligd is. Zij trekken op naar de Libanon, waar een raketbasis zou liggen. Daar is de poort naar de Hemel, naar de goden. Het is Utnapstim die er de baas is. Dit gebied kennen we nu als de Baälbek. De archeologische plek in Libanon waar enorme stenen plateau's liggen en stenen van honderden tonnen zwaar. Het ligt in de Beka-vallei. Het 'monster' Humbawa zorgt ervoor dat elke indringer gedood wordt... in het Drenthse volksverhaal over Ellert en Brammert komen we een dergelijk element ook tegen.
Een E.DIN. in Drenthe 

Hier hebben de beide 'reuzen' draden gespannen over de heide. Als er iemand tegenaan loopt, klinkt in de grot van de reuzen een belletje en weten zij precies waar de indringer zich bevind. Deze wordt vervolgens opgespoord en gedood. Het hoeft hier niet om echte draden te gaan maar kan evengoed om 'laserdraden' gaan en de belletjes in de grot mogen we misschien inwisselen voor een 'controlekamer' op de raketbasis. Elke E.DIN was dus afgescheiden van de buitenwereld en onbevoegden konden hier niet zomaar in. Een beveiligingssysteem garandeerde dat. Elke raketbasis had een controlekamer, pakhuizen, hangars en silo's en uiteraard onderkomens voor het personeel.

Verderop moeten er wooneenheden hebben gestaan, een school voor de kinderen, een sportcomplex en sportvelden, sauna en zwembad; kortom alles wat nodig is voor een afgescheiden groep. Mannen, vrouwen en kinderen leefden op de basis, net zoals de mensen die ver weg werken aan havens in Saudi-Arabië of Bahrein. In afgescheiden complexen wonen ook de vrouwen en kinderen van de 'baggeraars' en dijkenbouwers in den vreemde. Zo had ook elk E.DIN een gebied waar de akkers, boomgaarden, de weiden en de tuinderijen gelegen waren. In het Drenthse E.DIN was dat in het noorden. Het is aannemelijk dat wat nu de stad Groningen is, eens het gebied van de gaarden was.

Een rasechte Groninger vertelde me dat sommige ouderen de stad ook wel de 'Tuunen' noemden. De tuinen dus! Bovendien lijkt de naam Groningen afkomstig te zijn van de naam Groeninge, Grönn (en Grünn/groen). De goden en aan hen verwante mensen leefden op zichzelf en wisten zich ook in onderhoud te voorzien. Geen wilde dieren die de oogst kwamen opeten, geen roversbenden die het vee kwamen stelen en waarschijnlijk werden de groenten in kassen verbouwd. Dus toen GOD Adam in de hof plaatste, moest deze harken, schoffelen, planten water geven, de boel bemesten, plukken, zaaien en oogsten, koeien melken en allerlei ander werk doen zoals dat op een boerderij en tuinderij voorkomt!

Gilgamesh en Odesseus 

Dit had van der Kooij moeten vertellen natuurlijk, maar hij heeft slechts onderzoek gedaan naar wat de bijbel ons vertelt, hoewel hij wel weet heeft van de Mesopotamische literatuur. Hij heeft het zelfs even gehad over het Gilgamesh-Epos en over de Adapa-verzen. Paradijs komt van het Griekse Paradeisos en dat was een gebeid op aarde, aldus van der Kooij, dat we moeten zien als een parklandschap. Geordend en aangelegd. In het Gilgamesh-Epos bezoekt de held Gilgamesh Utnapstim, de bijbelse Noach (NU.AG) en deze woont 'ver buiten de bewoonde wereld' - op een eiland zelfs. Van der Kooij meent dat het zelfs het legendarische eiland Dilmoen (DIL.MUN) kan zijn. Het was een plek van 'Gelukzaligheid'.

Ook de Hesperiden in de Odyssee van Homeros worden de 'eilanden van gelukzaligheid' genoemd... en dat zouden de Caraïbische eilanden zijn. Kennelijk zijn er meer van dat soort plaatsen op onze planeet geweest. De Assenaar Raymond ten Berge meent zelfs dat Drenthe het uit de Odyssee bekende eiland Ithaka is, het eiland van de held Odesseus. Een beetje warm is hij wel; want Drenthe was vroeger een eiland. Niet een die midden in zee lag, nee de zee stroomde er omheen. Vanuit de Dollard, de Lauwerszee en de inham bij Blokzijl/Giethoorn stroomde de zee landinwaarts, waardoor een natuurlijke begrenzing van het er binnen gelegen gebied was.

Hunebedden, bedjes in de Hunen 

Verder strekten grote moerassen (Hunen genaamd - HU NE>,met de betekenis; 'enorm-nevel', ofwel er hingen mistbanken boven de zee-inhammen en boven de moerassen...) zich uit van Groningen naar het zuiden, rechts van de Drenthse Hondsrug, onder Emmen tot aan Meppel en in de Friesche wouden, ten westen van het driehoekige eiland... Waarvan dan ook de naam Drenthe stamt. Drent, trent, drie/three/drei... het afgescheiden gebied was driehoekig van Groningen naar Emmen en verder naar Havelte en weer naar boven naar Groningen (een Archimedische driehoek...). In den hof plantte GOD een hof met bomen en struiken... en daar zou de slaaf Adam gaan werken.

Genesis 2:8
'Ook had de HEERE God een hof geplant in Eden, tegen het oosten, en Hij stelde aldaar een mens, dien Hij geformeerd had'.

Genesis 2:9
'En de HEERE God had alle geboomte uit het aardrijk doen spruiten, begeerlijk voor het gezicht, en goed tot spijze; en den boom des levens in het midden van den hof, en den boom der kennis des goeds en kwaads'
.

Van deze bomen mocht de mens niets eten.

Genesis 2:17
'Van alle boom dezes hofs zult gij vrijelijk eten; Maar van den boom der kennis des goeds en kwaads, daarvan zult gij niet eten; want ten dage, als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven'. 


Van der Kooij loerde over zijn brilletje om te zien of het tot ons was doorgedrongen wat de HEERE God de mens verboden had en desondanks toch deed wat niet mocht. Het was de slang die tegen het gebod van God inging en de mens verleidde. Het vervolg van mijn verslag van de lezing van Prof. dr. A. van der Kooij in Zutphen. Hij vertelde over het paradijsverhaal, afgezet tegen de oudere teksten uit Mesopotamië... Het zou een veelbelovende avond (kunnen) worden... ik hoopte op aanknopingspunten met wat Zecharia Sitchin ontdekte. Helaas is van der Kooij van de oude snit en komt hij van de 'Papagaaienschool'. Ik ontdekte iets aan hem maar kon het niet meteen benoemen...

maar in de pauze wist ik het! Hij heeft een hoog Balkenende-gehalte... de herkenbare 'gristelijke' inslag en ook dat wijsneuzerige. Zijn veelheid aan kennis kwam niet tot zijn recht, omdat hij niet in staat was enige lijn in aan te brengen in zijn verhaal. Het centrale thema zou dus het paradijs moeten zijn, in relatie met teksten die veel ouder en dus oorspronkelijker zijn dat de teksten van het Oude Testament. Volgens van der Kooij zou dus het eiland der 'Gelukzaligen', ofwel het eiland Dilmoen (DIL.MUN.) in aanmerking kunnen komen voor de 'Hof van Eden'.

Genesis 2:8
'Ook had de HEERE God een hof geplant in Eden, tegen het oosten, en Hij stelde aldaar een mens, dien Hij geformeerd had'. 


In het oosten dus legde de HEERE God een park aan. In het land Eden verrees een soort Westland met kassen, gaarden, akkers en weiden. Van der Kooij meent dat het Dilmoen uit vervlogen tijden het huidige eiland Bahrein is... Dat zou kunnen natuurlijk, ik ben er niet geweest en ik heb er tot op heden geen onderzoek naar gedaan. Een mevrouw merkte op dat sommigen menen dat het land Kush ook wel eens het legendarische Eden kan zijn. Met oosten kan men bedoelen oostelijk van Palestina! en dat klopt, want Mesopotamië ligt er oostelijk van. Laten we eerst eens kijken naar de benamingen Dilmoen, Eden en Kush. DIL.MUN betekent zoiets als; plaats waar diversiteit te zien is en wier ligging belangrijk is.

Het is tevens een plek die permanent behoedt en gehoed wordt. Bewaakt af afgesloten zou je het ook kunnen noemen. MUN (moen) doet mij ook denken aan Moon/Maan... en dat is een 'bewegende' eenheid en hij is rond... Het bijbelse Eden zou dus een rond afgebakend gebied kunnen zijn... en het grappige is dat er een oeroude tekening bestaat uit Mesopotamië waarop een 'rond' land te zien is. We zien de steden Babylon, Dër en enkele andere onbekende steden, bergen en een 'zoute' zee... Volgens mijn kaartje uit mijn woordenregister is Dilmoen een schitterende stad, een heilige stad en zelfs een stralende stad. Enki vleide zich neer in Dilmoen met zijn dochter Ninsikala! Onaangeroerd land ook...

De stad was nog in aanbouw in de ongerepte moerassen, maar zou eens de 'kaai van het land' worden. 'Dilmoen zal het pakhuis van het land worden zei Enki tegen zijn dochter'. Archeologisch onderzoek toonde aan dat het ook een dodenland was. Meer dan 100.000 grafheuvels werden ontdekt en het eiland werd vroeger 'dodeneiland' genoemd. DIL.MUN = DI.IN MU.UN en betekent; 'divers-intens' en 'vertrekken-eenheid'... Het werk was er mogelijk zwaar, de slaven/werknemers/bouwvakkers stierven bij bosjes (de graven zijn daar mogelijk nog het grimmige bewijs van) en het was de plaats van de 'vertrekkende eenheden', de manschappen die met hun raketten opstegen met hun buit, op weg naar de 12e planeet.

Elke 3600 jaren was er een heen-en-weer gependel van vrachtschepen met aan boord ertsen en mineralen voor de 12e planeet. Daarom ook noemde Enki het land de 'kade van het land' en 'het pakhuis'. Daar was alles opgeslagen wat naar de grote planeet van herkomst moest... E.DIN betekent; 'Huis van de rechtvaardigen'. Woonplaats van de goden, de zuiveren. Ik denk dat we met 'rechtvaardigen' moeten denken aan degenen die met de recht-omhoog-gerichte raketten konden vliegen. Die staan met de neuzen recht omhoog en varen ook recht omhoog. Ook de leider Jaser, die tot de 'rechtvaardigen' behoorde, beschreven in het boek Jaser, het 'boek des oprechten', moeten we denken aan mensen die de raketten beheerden en bewaakten. 
E.DIN is letterlijk; 'land van de diverse en intense (raketten)... daar waar diversiteit en intensiteit samenkomen. Als je bedenkt hoeveel er nodig is om een raket te bouwen, deze te laten werken en hoe intensief dat is om die vluchten te begeleiden, dan wordt DIN (divers-intens) duidelijk. Het instrumentarium, de vluchtleiding, de bouwtekeningen en de uitvoering ervan, vraagt op alle vlakken intensiteit... Draaien we het woord om dan lezen we; 'NI.DE.E, wat neerkomt op; 'nibelungen/kolkende wolken definitief land', ofwel tijdens het opstijgen worden de motoren gekoeld en stijgen enorme wolken stoom op...

Temidden van die wolken verheft de raket zich op een vuurkolom... Kijk naar de grote tempelcomplexen op de wereld, zoals Anghkor Vat. Daar zien we altijd van die enorme waterbakken. Dat werd hoogstwaarschijnlijk gebruikt als koelwater en misschien stegen de raketten wel op vanuit deze waterbakken. DIN als DI.IN slaat op diversiteit en intensiteit; op de veelheid aan planten, en gewassen, de vele werkzaamheden die verricht moeten worden in een tuinbouwbedrijf en op een gemengd boerenbedrijf - en op de intensiteit van de raketten en alles wat daar bij komt kijken. In het Hebreeuws zou 'eden' gelukzalig betekenen.
Dat zou kunnen, want er was voldoende eten voorradig en er waren tal van voorzieningen die erbuiten niet waren. In de woeste en ruige natuur buiten dit afgesloten gebied, moest je knokken voor je bestaan. Jagen, overleven temidden van de wouden en bergen... KUSH zou in relatie kunnen staan met de 'Kassieten', de zwarte slaven die werkten in de kassietmijnen. Daar waar men Tin delfde uit kasserietgesteente. KUSH in oertaal is 'een ongerept en woest gebied. Het is ook de plaats waar verdriet heerst. Ver weg in het ongerepte was het een thuis voor degenen die er woonden en werkten. Ik zal het uitzoeken hoe het nu zit met Kush. Volgende keer meer in deel 2... 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten