dinsdag 10 juni 2014

ANUNNAKI ONZE GODEN deel 33 - De Dietse taal, de oudste van de wereld

Adam ziet de Kip kiepen en de Bij(en) bij-een
Als we kijken naar het gedrag van de Kip, dan zien we de Hen en de Haan steeds voorover kiepen. Dat is om wurmpjes, beestjes, torretjes en ander lekker spul op te pikken als eten. Dat doen Haan en Hen ook met de zaden, maïskorrels en ander strooigoed als extra bijvoer. De Hen echter heeft nog een kwaliteit; het leggen van een ei. Dus als ik kijk naar het woord Kip dan lees ik KI PE>, met de betekenis; 'kiepen-persen', ofwel een Kip en vooral de Hen kiept, pikt en perst een ei. Dus met KI PE> druk je in vier letters heel het wezen van de Kip uit. Omgekeerd wordt het dan EP (ken ik de betekenis nog niet van...) en daar maak ik dan EB van; dus EB IK<, met de betekenis; 'ebben-essentiekern', ofwel een Kip en vooral de Hen is niet individueel, maar deel van de harem van de Haan. Bij de Hen is de essentiekern of het ego, het ik niet noemenswaardig aanwezig. Zij kan samen met de andere 'hennen' met gemak de Haan delen. 

Net zo gemakelijk als de weduwen van Anton Heijboer dat eens konden. Anton was de Haan in het hok en zijn vrouwen de Hennen... en ook uiteraard ondergeschikt aan een 'pikorde'. Zo zijn Bijen Bij-een; ze leven in een korf of kast en zitten letterlijk op elkaars lip. Dat kan alleen als je een eengeschakelde opdracht hebt of een aangestuurde groepsziel en deel bent van het grotere geheel. Bij in oertaal is BI ISH>, met de betekenis; 'binnenin-koel', ofwel in de korf of in de kast weet de Bij zich aan te passen. Door een koele, misschien kille en afstandelijke houding. Straalt warmte af, maar is zelf 'cool' van nature... dus lopen de gemoederen niet hoog op en zodoende kunnen Bijen bij-een blijven. Omgekeerd is het dan H(A) SI IB<, met de betekenis; 'stromen-jaseker-gezond' ofwel de Bijen halen nectar, stuifmeel en pollen en voeren dat met tientallen vluchten per dag aan de imker oogst de arbeid van de Bijen door de raat te slingeren waardoor stromen jaseker van gezonde honing opgevangen kan worden. Mijn oertaalsleutel werkt niet altijd, eenvoudigweg omdat ik van de 142 gesepareerde woordjes een groot deel nog geen betekenis ken/heb.

Kwando de Oertaal... of tenminste de bouwstenen van de talen
De ontdekking van de Oertaal was nogal toevallig te noemen! Toeval bestaat natuurlijk niet, het ‘valt je toe’ kun je zeggen, maar desondanks was ik nogal ondersteboven. Ik ben niet met talen bezig en heb geen talenknobbel of zoiets. In 1990 al had ik het verlangen een boek te schrijven, maar pas in 1999 was het zover. Eerst wilde ik alle Soemerische, Akkadische en Babylonische woorden en karakters rubriceren. Dat zou mijn onderzoek en schrijven vergemakkelijken en overzichtelijker maken. En opeens zag ik het... (zo’n toevallige ont-dekking heet serendipiteit) ik kan vanuit het moderne Nederlands zomaar die woorden en karakters vertalen en verklaren!

Zo kan onderzoek, het verzamelen van knipsels en artikelen, het maken van notities e brengen tot een ogenschijnlijk louter toevallige ontdekking. Natuurlijk geloofde ik het eerst zelf ook niet, maar gaandeweg begon het tot mij door te dringen en naarmate het aantal woorden in mijn kaartenbaksysteem groeide, nam ook de twijfel af. Toch bleef ik menigmaal hoofdschuddend weer nieuwe verklaringen voor woorden opschrijven. Nu, met meer dan 1.000 woorden in mijn kaartenbak, twijfel ik geen seconde meer aan mijn geweldige ontdekking. Mijn hele leven ben ik geïnteresseerd geweest in schrijfmaterialen en al jong spaarde ik vulpennen. De geur van inkten, de werking van vulbare pennen boeit mij nog steeds, maar ook ander schrijfgerei, van potloden tot brede stiften en kwasten.

Altijd bezig met pennen en tekenen en later zelfs beroepshalve werkzaam in de reclamewereld. Kortom pennen, alfabetten en lettertypes hebben mede mijn leven bepaald, naast mijn interesse in ons verleden. Zo mocht ik deze geweldige ontdekking doen. Wat ontdekte ik dan wel? Ik ontdekte dat de verklaringen, de vertalingen als het ware van die oude woorden, door mij gelezen konden worden. ik zag opeens dat ik vanuit het Nederlands toegang had tot die duizenden jaren oude woorden. Ik zocht contact met een Assyrioloog, verbonden aan de Rijks Universiteit van Groningen en legde hem mijn ontdekking voor. ‘Wij wetenschappers’, zo zei hij ‘hebben meer dan 140 jaren geleden afspraken gemaakt over de vertalingen en verklaringen van het ‘Spijkerschrift’ en hoe deze te interpreteren.

De Taalfamilies en Jan van Gorp en Simon Stevin

Zo is het en niet anders! het is compleet en volkomen, daar valt niet meer aan te tornen!’ Nou, daar keek ik dan toch heel anders tegenaan en ging onverdroten verder met mijn on-wetenschappelijk onderzoek. Natuurlijk nam ik kennis van de bekende Taalfamilies, zoals de Germaanse Taalgroep, de Slavische Talen en op ruimere schaal ook van de grotere Taalfamilies. Taal-wetenschappers zijn al lange tijd bezig met het indelen van Taalgroepen en vormen zo die families. Sommigen gaan zover dat zij menen ‘proto’ of oertaalfamilies te kunnen duiden en indelen. De Sovjetwetenschappers Vladislav Illich Svitych en Aaron Dogolpolsky opperen dat een prototaal, die zij ‘Nostratic’ noemen, de kern is van de meeste Europese en Slavische Talen.

Nog later presenteerden zij het bewijsmateriaal voor een mogelijke tweede prototaal, die zij ‘Dene-Kaukasisch’ noemen. In de Verenigde Staten kwamen Joseph Greenberg en Merrit Ruhlen naar voren met een derde prototaal, ‘Amerind’ genaamd. Dezelfde Greenberg veroorzaakte een sensatie in 1987 toen hij aantoonde dat de honderden Talen in de America’s (de Nieuwe Wereld) waren onder te brengen in slechts drie families, die hij ‘Na-Dene’, ‘Amerind’ en ‘Eskimo-Aleoetisch’ noemde. De prototaal die hij ‘Na-Dene’ noemt, sluit aan bij de door de Sovjetgeleerden gevonden ‘Dene-Kaukasische’ groep. Het Na-Dene/Dene-Kaukasisch lijkt genetisch gezien het nauwst verwant te zijn aan het Etruskisch en Sumerisch!

Het Eskimo-Aleoetisch is verwant aan de Europese Talen, wat haaks staat op mijn ontdekking, volgens mij is het het Nederlands verwant aan het Sumerisch! Het is weliswaar mijn ontdekking, maar deze was wel het gevolg van inzichten en meningen van hen die mij voorgingen. Het was de Maastrichtenaar Willem Hietbrink, die het gedachtengoed van Jan van Gorp (Johannes Goropius Becanus, 1518-1572) weer tevoorschijn haalde in zijn boekje; ‘Kwispelen met Taal’. Becanus ontdekte vele oorspronkelijke eenlettergrepige grondwoorden en zei; ‘onze Taal is een fraai kleed, dat alleen maar ontsierd wordt door de lappen en broderijen uit andere Talen’.

Het was zijn vriend en leerling Simon Stevin van Brugge (1548-1620), die het gedachtengoed van Becanus verder uitwerkte en deze zei; ‘wij bezitten 742 éénsilbige werkwoorden (stammen) en 1228 éénsilbige grondnamen, het Grieksch heeft er vervolgens maar 45 van de eerste en 220 van de tweede soort; het Latijn nog minder. Hij zag het Nederlandsch als superieur aan het Grieksch en vooral Latijn. Het Frans, Spaans en Italiaans, zijn volgens hem arme verwerpelijke Talen, niet geschikt voor het behandelen van ingewikkelde zaken! Becanus noemde deze Taal het Diets en diets is d’outs, ofwel de oudste Taal van allen! Willem Hietbrink heeft alle klinker/medeklinker-combinaties in kaart gebracht en komt tot 360 kolommen van elk 360 combinaties.


Het zijn volgens hem alle mogelijke klankcombinaties die er bestaan, meer dan die 129.600 bestaan er niet! Menige Taalwetenschapper in Europa wilde dat zijn landstaal de oudste en meest oorspronkelijke is en dergelijk chauvinisme kwam vaak voor. A. M. Hagen schrijft in zijn boek; ‘De lof der Nederlandse Taal’ dat men in de 16e eeuw middenin een periode zit waarin de volkstalen opkomen. Deze volkstalen eisten, in de geest van het Humanisme en nationale renaissances, hun plaats op naast het Latijn. Hagen noemt de ‘Oertaal-claim’ van Becanus doorgeschoten chauvinisme. Ik meen op grond van mijn onderzoek te kunnen stellen
dat de vluchtelingen uit Sumer en Akkad, de zogenaamde ‘Munabtutu’ uitweken naar centraal Rusland en midden-Europa.
Waarom de Indo-Germaanse Familie uiteen ging

Dat was zo’n 4.200 jaren geleden, toen door een enorme catastrofe een einde kwam aan tal van beschavingen en verwoestijning optrad. De Sumerische beschaving verdween in één klap. De wetenschappers hebben nog steeds geen afdoende antwoord op het plotseling verdwijnen van de Sumerische beschaving. Wel heeft men Sumerische invloeden ontdekt in de Babylonische cultuur. Later ging men vanuit Rusland verder, in de richting van Finland en Estland en anderen trokken de Oeral bergen over. De groep die via de Bosporus in Roemenië en Hongarije be-landde, noem ik de Kelten, de Noord-Europese groep Friezen en Finnen, benamingen die duiden op scheldnamen.

De uit Sumer afkomstige vluchtelingen werden door de lokale bevolkingen, waartussen zij zich vestigden, de ‘kouden’ ofwel Kelts genoemd (koukleumen). De anderen kregen bijnamen als ‘Friezen’ en ‘Finnen’. Komend uit de veel warmere streken hadden de vluchtelingen zeer zeker aanpassingsproblemen in de veel noordelijk- en westelijker gelegen gebieden in Europa en Rusland. Ik denk dat het woord zomer/somer, het Duitse sommer en het Engelse summer de benaming is voor die periode in het jaar dat het klimaat enigzins leek op het klimaat in Sumer waarvandaan die Finnen, Friezen en Kelten kwamen. De zomer, summer en sommer refereert aan het klimaat van het verlaten vaderland; ‘Sumer’.

Wij deelden een jaar vroeger in in drie perioden; voorzomer, zomer en nazomer. De winter was slechts het ‘wikkelpunt’, het omslagpunt van zomer naar voorzomer. We kennen ook de begrippen voorjaar en najaar. Er tussenin moet zich het ‘jaar’ bevonden hebben. Het klimaat zoals ze kenden in Sumer het hele jaar door! Het Hongaars behoort tot de Fins-Oegrische Taalgroep, maar de Finnen verstaan de Hongaren niet. De Hongaren verstaan wel de Chanten en Mansen die oostelijk van de Oeral wonen. Hongaarse Taalwetenschappers beweren al ruim honderd jaar dat hun unieke Taal afkomstig is uit... Sumer! Willem Hietbrink, de taalvirtuoos uit Maastricht, beweert dat van alle Talen het Hongaars het meest verwant is aan... het Nederlands!

Hij gaat geheel af op zijn gehoor, dat goed ontwikkeld is. Hij is in staat vanuit vele Talen in enkele stappen een woord terug te brengen tot het Dietse stamwoord. De vluchtelingen uit Mesopotamië waaierden uit over Europa. Vanuit Finland en Estland vertrok een grote vloot (1.800 jaren voor de jaartelling) via de Oostzee de Noordzee in en verder. Dat zijn de eerste Friezen en hun verhaal staat beschreven in het omstreden ‘Oera Linda Boek’ (volgens het OLB vertrokken zij in 1794 voor de jaartelling). Zij namen hun Taal mee vanuit Sumer en je kunt stellen dat de vermenging van Kelten en Friezen leidde tot de vorming van het Germaanse Taalgebied en tot het Germaanse volk.

De laatste restanten van die Dietse Taal vindt men heden ten dage nog terug in Vlaanderen, Nederland en Neder-Duitsland. Wij mogen met recht trots zijn op onze herkomst en zeker ook op onze Taal en schrift, dat ons rechtstreeks terugvoert tot aan de schepping van de mens en tot de grootste beschaving van ná de zondvloed... de Sumeru, die opeens verdwenen zo rond 2.200 jaren vóór onze jaartelling. Veel later voegen zich ook 10 van de 12 stammen Israëls bij hun voorzaten in westelijk Europa. Met name de stammen Issachar en Zebulon wonen in de Friesche gebieden en naar men aanneemt is de stam Dan naar Denemarken getrokken.

De Mier en de Miermensen... euh Alien's in je slaapkamer

Het bovenstaande heb ik gehaald uit een uittreksel dat ik maakte en het is een herhaling van zetten en ook de komende keer zal ik nog menigmaal dubbel en dwars eerdere teksten aanhalen... maar dat is niet erg omdat de materie onbekend is. Niet moeilijk of ingewikkeld maar wel onwennig omdat het indruist tegen hetgeen bekend is en wij leerden op school. Als afronding van deze aflevering kijken we nog even naar de Mier. Mier is MI ER>, met de betekenis; 'minder-waardevol', ofwel aan één Mier heb je niks... je moet het hebben van de gezamenlijke inzet van zo'n gehele kolonie. Eén Mier stelt helemaal niks voor, maar eenmaal aangestuurd en met duizenden tegelijk, dan...

Omgekeerd is dat RE IM<, met de betekenis; 'regelmaat/regels-implant', ofwel de Mier is zo nuttig en ook zogemakkelijk 'aanstuurbaar', omdat regelgeving, orde dus en ook regelmaat bij hem zijn geïnplanteerd. De Mier is een radiografisch bestuurbare robot. Er zit een 'masterplan' achter met een meesterbrein. De Mier wordt aangestuurd en dat zien we ook bij de nachtelijke bezoekers die vaak aan de bedjes staan van de kleine kinderen die met regelmaat worden opgehaald. Ik kwam eens bij vriend Wim en zijn vrouw Jeannette en daar lag de kleine Willem op de bank, in dekens gewikkeld. 'Wat is er met Willem'?, vroeg ik zijn vader Wim. 'Slecht gedroomd vannacht' en nu erg moe.

Ik bleef zitten totdat Willem wakker werd en keek hem aan. 'Wat heb ik gehoord. Heb je slecht geslapen en gedroomd', zei ik tegen hem. 'Ja', antwoordde hij timide. Hij werd langzaam wakker en werd ook weer monter en begon te praten. 'Ik droomde en zag een heks. Ik moest van die Heks mee naar boven, grote trappen op en naar een kasteel'... vertelde hij en de rillingen liepen over mijn rug, haren rezen en kippenvel verscheen. 'Vertel dat nog eens', vroeg ik hem. 'Nou een heks kwam me halen en nam me mee naar een kasteel... en we moesten trappen op... en ze was in zwart gekleed, met een grote kraag om haar nek en er waren ook drie kleine wezentjes bij haar...

'Heb je die wel eens eerder gezien'?! vroeg ik. 'Ja op mijn slaapkamer komen ze ook en dan zweven ze om het bed heen', antwoordde hij... 'En ze raken met hun voeten de vloer niet en zweven een beetje... en maken de gelijke bewegingen'. 'Aha', zei ik, 'Dat komt me bekend voor - het lijkt wel of ze wieltjes hebben... bedoel je dat met zweven? Ja zoiets... Typisch en kenmerkend voor bezoek van Alien's op de slaapkamer en de heks is Inanna, de kleine wezentjes haar elfen en die opereren vrijwel altijd met zijn drieën. Lijken centraal aangestuurd te worden, zoals de Mier. Het kan gaan om een groepsziel (bij de Mier) en bij de Alien's die nachtelijk opereren om geleide commando's.

Later keken we eens samen de speelfilm 'Intruders', naar het boek van de Amerikaan Budd Hopkins. Ik had de film al meerdere keren gezien, maar nu zo samen met José en met Willem (toen 9 jaren jong...), kwamen bepaalde scene's behoorlijk binnen. Vooral die waarin we drie 'wegwerkers' zien of een groepje mannen die 's nachts werkzaamheden verrichten aan kabels en bedradingen en een gat graven, met zo'n tentje der bij... die raakten ons midden in ons gezicht en voor Willem's nachtrust hebben we de video meteen gestopt. Ik zat ook te rillen... We zagen de zus van de hoofdrolspeelster 's nachts wakker worden en zij was alert. 

124 2

Ze ging der bed uit en keek door de Luxaflex naar de straat beneden haar. Ze zag drie 'mannen' iets doen in een gat naast de straat. Ze werden ze bewust dat ze bekeken werden en draaiden zich tegelijk om en keken naar boven. Ze keken naar haar en niet naar wat anders. Ze werd bang en sloot alle ramen en deuren, deed de gordijnen dicht en... bleek de volgende morgen toch 's nachts te zijn opgehaald en meegenomen. Willem en ik herkenden deze 'setting'; drie mannetjes en alledrie de zelfde bewegingen makende... en we wisten dat we het kenden. Ook ik al wordt ik al heel lang niet meer opgehaald (ja ergens in 2008 of negen nog een keertje...), dus moeten mijn herinneringen van lang terug zijn.


Uiteraard zijn de ons bekende Alien's, de nachtelijke bezoekers die kinderen van hun bed lichten en de helpers van de Anunnaki en in het bijzonder van Inanna - dezelfden als de Miermensen waarover de Hopi reppen. Ze zouden met miljoenen onder de grond zitten (ondergrondse bases...) en zullen massaal boven komen als hier de pleuris losbreekt. Dat wil zeggen; dat als de kracht van de tweede ster; de bruine- of rode dwergster op zijn hevigst is en de planeet in beroering zal zijn door aardbevingen, tsunami's en hevige winden en stortregens - de Miermensen massaal bovengronds komen. 
Mogelijk om ons te helpen, misschien om hun eigen hachje te redden of om opgehaald te worden door de pendelschepen van de Anunnaki... en ook niet ondenkbaar is dat zijn de verzamelde grondstoffen (lees; goud en andere waardevolle metalen...) moeten inzamelen en inbrengen in de pendelschepen. Een andere oorzaak kan zijn dat hun ondergrondse onderkomens onveilig zijn, maar dat lijkt me niet aan de orde! De Anunnaki weten hoe ze in de aardkorst moeten bewerken, hoe en waar ze gangen en ruimten kunnen aanbrengen... Nou dit ter afsluiting van deze aflevering. De volgende keer meer van het zelfde en dan vooral over taal uiteraard en als dat afgesloten is met reuzenstappen naar onze geschreven geschiedenis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten