De Taalfamilies en Jan van Gorp en Simon Stevin
In deze aflevering ga ik dapper verder met de uitleg van mijn (her)ontdekking van de oertaal Kwando... en de relatie met het Diets, zoals reeds in de 16e eeuw al ontdekt door Jan van Gorp en Simon Stevin. Het is uitermate belangrijk te weten dat wij hier in de 'lage landen' een taal spreken die ons integraal verbindt met de mythologische en bijbelse goden. Nu is het Nederlandsch slechts een deel van het voormalige Dietse taalgebied, dat ruim een eeuw geleden nog een grotendeels midden-Europa omvatte; van Calais en Duinkerken tot aan Koningsbergen in het uiterste oosten van Pruissen en van Flensburg tot aan Zuid-Tirol in Italië dat destijds tot het Oostenrijk-Hongaarse keizerijk behoorde. Nu liggen Merano en Bolzano (toen nog Meran en Bozen) in Italië en liggen in de Italiaanse provincie Bozen-Zuid-Tirol.
En meer dan 100 miljoen Europeanen spraken destijds Diets en het gebied omvatte Nederland, België, Frans-Vlaanderen, Luxemburg, Duitsland/Pruissen, Zwitserland, Lichtenstein en Oostenrijk-Hongarije (deel van Roemenië)... Handelslui uit Twente van een eeuw geleden en langer terug in de tijd, de zogenaamde 'Rusluu', ofwel Rus-lui (Rusluie), lieden die op Rusland reisden met hun handelswaar, konden zich tot in Sint Petersburg verstaanbaar maken... Gewoon in het plat of dialect (Nedersaksisch). Die Ruslui zouden hoofdzakelijk uit Vriezenveen komen en wellicht is dat ook zo (aanvankelijk). Naar gelang de tijd verstreek en de handel in Rusland zich uitbreidde melden zich meer 'Ruslandgangers' voor de grote trek naar het 'wilde oosten'.
Een oud-collega en vriend van mij; Dinand Baan uit het Twentse Rijssen werd 'Baan van de Rus' genoemd... vanwege zijn voorvaderen die op Rusland trokken... en omdat er veel families woonden met de achternaam Baan. Heel algemeen nog in gebruik in Twente om familie uit elkaar te houden. De Twentse handelaren konden zich gewoon uitdrukken in hun eigen plat-Twents en zich verstaanbaar maken... en als ik hier over de grens ga en plat proat, in dialect spreek (Nedersaksisch...) dan kan ik me vaak ook heel goed verstaanbaar maken. Maar de jongelui spreken niet meer zo veel en goed dialect. Dat verdwijnt. Aan beide zijden van de grens.
Hier in mijn dorp Brummen spreekt de hedendaagse jeugd hoog-Haarlemmerdijks, evenals elders in Nederland, met de sterk verdwenen Hilversumse R. Die R hoor je niet en is een neus/mondklank geworden in plaats van een rollende Rrrrrrr... Dat die R verdwijnt is een ramp... de R (ER>) staat voor 'waardevol' en stamt van ER en dat betekent 'waardevol' en dan specifiek erts en nog specifieker eremetalen zoals goud en zilver (en waarschijnlijk kobalt, uranium, wolfram, platina en wat die Anunnaki nog meer konden gebruiken als grondstoffen - tellurium...) en met het verdwijnen van die R, verdwijnt kracht uit onze taal. Scheppende kracht welteverstaan, want zuivere taal spreken is scheppen. Met inferieure talen kun je niet scheppen.
Eén taal, één spraak
Kwando is volgens mij de taal der goden, de mythologische goden en die van de bijbel. Het was volgens mij een steno-taal, in gebruik bij de goden op al hun bebordingen in fabriekshallen, havens, hoogovens, mijnen, raketbases en vliegvelden en natuurlijk ook in de ziekenhuizen, winkels alle openbare werken. Het was beslist geen gesproken taal, het was een taal waarin de functie van een ruimte, een richting werd aangegeven en had ook de functie van pictogrammen, zoals wij die kennen. Er werd uitleg gegeven in korte begrijpbare begrippen. Men kon bij het betreden van een gebouw, ruimte of terrein direct zien wat er zich bevond of werd opgeslagen.
Het was, beter gezegd, een informatieve verkorte taal. Taalpuristen zijn al vele eeuwen op zoek naar de oorsprong van de talen en de meeste talen zijn nu dan ook ingedeeld in Taalfamilies. Het Nederlands behoort met het Vlaams, Duits, Engels, Noors, Deens en Zweeds tot de Germaanse talen, evenals het Fries en Faer-Oërs. Tot het Germaans behoorden ook eens het Oud-Noors, het Oud-Nederduits, Oud-Hoogduits en het Gotisch. Het Engels met name is een mix van het Oud-Noors, dat met de komst van de Jutten en Angelen in Brittannië gaandeweg gemengd werd met het Pictisch en met het Keltisch.
Sprookjes zijn spraakjes
Aan de mix werd ook nog het Latijn toegevoegd tijdens de Romeinse overheersing vanaf 55 jaar vóór onze jaartelling tot 409 jaren nà de jaartelling. De Duitse filoloog en sprookjesschrijver Jacob Grimm, was één van de eersten die de kracht van het Engels inzag; 'In rijkdom, wijsheid en strakke eenvoud kan geen van de andere levende talen ermee wedijveren', schreef hij. De Grimmen, Jacob en Wilhelm werden reeds jaren voor hun geboorte voorgegaan door John Adams, die had geschreven; 'Engels is meer voorbestemd om de komende eeuwen de algemene wereldtaal te worden dan het Latijn in het verleden en het Frans in deze eeuw'! Adams had een vooruitziende blik, het Engels is heden ten dage de wereldtaal...
Omstreeks 1806 begonnen de Grimmen, Jacob (1786-1859) en Wilhelm (1785-1863) sprookjes te verzamelen. Het zogenaamde 'Oelenberger Manuscript' van 1810 is daarvan de vroegste geschreven getuigenis. Jacob Grimm moet ook genoemd worden als één der grondleggers van de vergelijkende taalwetenschappen.
De Maastrichtenaar Willem Hietbrink (1943) beweert al jaren dat het Vlaams, het Nederlands en het Neder-Duits, de zogenaamde 'Dietse' talen, het laatste restant zijn van de wereldtaal van het verleden. In zijn boekje; 'Kwispelen met taal' haalt hij de taal terug door naar het gebaar en de functie van een woord te kijken. Hij zegt; 'Zoeken naar de oorsprong van de taal loopt dood wanneer wordt uitgegaan van schrijftaal. Taal is in de eerste plaats spraakkunst en simpel te verklaren door te luisteren naar klanken. Te beginnen bij ons spraakorgaan volgen we het natuurlijke spoor terug en ontdekken zo de weg die de taal is gegaan.
Woorden spreken voor zich, de herkomst is te horen'; behaard: baard, deksel: dek-ze-al, Wilg: gewillig, navel: na-vel, vel van de navelstreng aan het vel dat je al hebt... Hietbrink kan woorden van vele talen en dialecten van de wereld in drie tot vijf stappen terug naar het oorspronkelijke Dietse stamwoord en hoewel hij beslist vernieuwend te werk gaat, is hij niet de eerste die het Nederlands naar voren schuift als mogelijke oude en zeer oorspronkelijke taal.
Als 'navel' het na-vel is dat er achteraan komt met de geboorte, wat is dan sna-vel. Snavel, de mond van de vogelachtigen zou door mij als ES.NA.VE.EL/LE uitgesplitst worden. Is-gevormd-veel-bezieling-levendig, het gevormde (waarin) veelvoudig het bezielde (de insecten en piertjes) levendig (wordt)... in dat bekkie gaat het voedsel, dat voor leven zorgt van de vogel zelf. Zo zit dat. Sna-vel is geen vel, maar ook geen bot of been... het doet denken aan na-gel, hoornachtig van structuur. Is dan een sna-vel een na-gel?! hoornachtige groei aan het einde van vingers en tenen en in het geval van de bek - aan het einde van de snuit.
'In de zestiende eeuw, zo schrijft A. M. Hagen in zijn boek; 'De lof der Nederlandse Taal', zitten we middenin een periode van de opkomst van de volkstalen. Deze volkstalen eisten, in de geest van het Humanisme en de nationale renaissances, hun plaats op naast het Latijn'. In 'Origenes Antwerpianae' werd voor het eerst een aan het Nederlands gewijd taalpolitiek geschrift gepresenteerd. Dat was in 1569 bij drukker Christoffel Plantijn te Antwerpen. De schrijver was de bekende Johannes Goropius Becanus. Hij werd op 23 juni 1518 geboren bij Hilvarenbeek als Jan van Gorp. Hij studeerde wijsbegeerte en geneeskunde te Leuven en werkte later als lijfarts aan de Franse en Hongaarse hoven.
Hij verhuisde naar Antwerpen en had een omvangrijke artsenpraktijk, totdat hij de lijfarts werd van Philips II. Hij beweerde dat het Nederlands de oudste taal van de wereld was en afkomstig van het Kimbrisch, de oertaal van het Nederlands. Hoewel Becanus aantoonde dat het Nederlands een oorspronkelijke taal is werd het door mensen als Julius Lipsius en Josephus Justus Scaliger (1540-1609), zoon van Julius Caesar Scaliger (1484-1558), afgewezen. Becanus ontdekte de vele oorspronkelijke eenlettergreperige grondwoorden van het Nederlands en zo'n taal behoeft niet te lenen, 'onze taal is als een fraai kleed, dat alleen maar ontsierd wordt door de lappen en broderijen uit andere talen'... Hij stierf te Maastricht op 28 juni 1572.
Naam Goropius wordt scheldwoord
Zoekend naar woorden kwam ik in het Etymologisch Woordenboek het woord 'Goropisme' tegen. Het betekent; 'belachelijke etymologie' het is een vakwoord, soms vermeld in encyclopedieën en in woordenboeken zelden. Het werd in 1762 verzonnen door de grote Duitse wetenschapper Gottfried Wilhelm Leibnitz. Volgens hem zijn 'goropismen' vreemde en veelal ridicule etymologieën zoals die van Becanus. Maar Becanus stelde dat 'Duyts' douts is, ofwel 'de oudste'... Duits komt van Diets en Duyts. In Amerika zegt men Dutch als men Duits bedoeld. Zo worden de Dutch (Nederlanders) met de Duitsers verward. Ik denk dat Becanus een goed inzicht had en eenmaal uitgewerkt door Stevin zou dat ook blijken, evenals mijn taalontdekking...
Simon Stevin, geboren te Brugge in 1548 en gestorven in Leiden of 's-Gravenhage in 1620, schreef in 1586; 'Uytspraeck van de Weerdicheyt der Duytsche Tael', zijn loflied op het Nederlands. Simon Stevin was een groot wetenschapper op het gebied van de wiskunde, zeevaartkunde, aardrijkskunde, natuurkunde, astronomie, mechanica en weg- en waterbouw, om er enkele te noemen...
In zijn geschrift; 'Uytspraeck van de weerdicheyt der Duytse Tael' (Uitspraak van de waardigheid der Dietse Taal) uit 1586, stelt Stevin dat de kortheid van de Nederlandse taal door zoveel éénlettergreperige woorden, deze taal geknipt maakt voor het koppelen van woorden...
Hij werkte Becanus' idee van de grondwoorden mathematisch precies uit. 'Wij bezitten 742 éénsilbige werkwoorden (stammen) en 1228 éénsilbige grondnamen, het Grieksch heeft er van de eerste soort maar 45 en van de tweede 220; het Latijn nog veel minder'. Hij zag het Nederlands als superieur aan het Grieks en vooral het Latijn, het Frans, Spaans en Italiaans, zijn volgens hem arme, verwerpelijke talen, niet geschikt voor het behandelen van ingewikkelde zaken! En hij als meervoudig wetenschapper kon het weten... Simon Stevin stelt dat de kortheid van het Nederlands, door zo veel eenlettergreperige woorden, de taal geschikt maakt voor het koppelen van woorden.
Stenen in de muur
Ook is de taal erg krachtig en heeft het een grote retorische overtuigingskracht, schrijft A. M. Hagen. Het kan; 'De hoorders heftlick beweghen tot des sprekers voornemen'. Bovendien is de taal gemakkelijk van de lippen te lezen, omdat de taal geen pla(k)muur kent (voor- en achtervoegsels). De taal kent weinig voor- en achtervoegsels en de lettergrepen zijn als bakstenen. Hietbrink zegt; 'Het Nederlands is een taal die uit de klei is getrokken, en elk woordje is een handje klei dat door-en-door wordt gebakken tot een steen. Die bakstenen zijn perfect te voegen en vormen zo samen een muur die niet omver is te krijgen. In die muur zie je alle stenen nog stuk voor stuk zitten'.
Het Nederlands van nu, zo schrijft Hietbrink, telt veel meer woorden van één lettergreep. Bak-bok-bek- bik... pak-pok-pek-pik... dak-dok-dek-dik, de woorden met één lettergreep stapelen zich moeiteloos op! Hij komt tot de conclusie dat er in feite 15 losse klinkers thuishoren in ons alfabet. Vervolgens maakt hij combinaties van klinkers en medeklinkers die wij kunnen uitspreken. Dat geeft een totaal van 360. Hij meent zelfs dat er 360 kolommen te maken zijn met elk 360 klankenreeksen. Klankencombinaties uit het verleden, het nu en uit de toekomst zijn vervat in dit totaal. 129.600 klankencombinaties in de Kosmos die ooit, nu en straks gesproken zullen worden...
Die 360 klanken lijken akelig goed bij de Anunnaki/Nephilim te passen. Zij maken gebruik van het sexagesimale ofwel het '60-tallig'-stelsel (en wij van het decimale talstelsel). Als scheppers van de mensheid hebben zij ons hun taal, of hun 'commando-steno' geleerd en gaan in hun ideologie uit van waarden en getallen, zoals 6 - 12 - 60 - 360 - 3600... en 129.600 is een veelvoud van 360 x 360 zoals hierboven reeds genoemd. Een heilig getal. Ook verwant aan de 360 graden van een cirkel (360° en als we de kleine 0 zien als een grote nul 0 staat er gewoon 3600, ofwel de omlooptijd van de 12e pla...komeet die een ster blijkt te zijn!).
Natuurlijk wil elke taalonderzoeker graag dat zijn 'landstaal' tot de oudste behoort en de meest oorspronkelijke is. Wetenschapper A. M. Hagen noemt de oertaalclaim van Becanus 'doorgeschoten chauvinisme'. Ik voel mij echter in het gezelschap van Becanus, Stevin, Spiegel, Scriverius, Heinsius en Hietbrink in goed gezelschap. Dankzij het speurwerk van Hietbrink en zijn voorgangers, maar ook dankzij mijn brutaliteit en eigenwijze 'onwetenschappelijke' manier van denken deed mij ontdekken dat het Nederlands mogelijk tot de oudste talen van de wereld gerekend mag worden en een sleutel is tot het verklaren van Sumerische begrippen.
Daarnaast onderzoek ik de mogelijkheid of de door mij gevonden 'taalsleutel' ook toepasbaar is op alle andere talen in de wereld... en dat is zo, weet ik inmiddels! Daarnaast blijkt taal, de klanken van de lettercombinaties en de letters zelf, geschikt te zijn voor helende werking en een zekere geneeskracht omdat de klanken en trillingen doordringen in het lichaamswater en op celniveau veranderingen kunnen teweegbrengen. Daarover en over Taal in het algemeen en het Diets in het bijzonder meer de volgende keer...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten